Bij besluit van 15 november 2005 kreeg verzoeker met terugwerkende kracht tot 12 augustus 2004 een Wajong-uitkering. Als gevolg hiervan ontving verzoeker twee nabetalingen. In de brieven die het UWV hierover verstuurde meldde het UWV niet dat er geen loonheffing over de nabetalingen was ingehouden. Verder stuurde het UWV geen betalingsspecificatie. Uit de jaaropgave over 2006 bleek er een bedrag van € 59 aan loonheffing te zijn ingehouden.
De belastingdienst legde in 2007 verzoeker een naheffing op van € 1.852 in verband met te weinig ingehouden en afgedragen loonheffing.
Verzoeker klaagde over de informatieverstrekking door het UWV en over het feit dat het UWV hem niet financieel tegemoet wilde komen.
Naar aanleiding van de gestelde vragen antwoordde het UWV dat bij Wajong-(na)betalingen nooit loonbelasting wordt ingehouden aangezien het veelal om bedragen gaat die onder de belastingvrije voet blijven. Verder dient elke burger de wet te kennen en in elk geval te weten dat bij hogere inkomsten de te betalen belasting in beginsel ook toeneemt.
In dit geval was de kern van het probleem dat verzoeker op geen enkele wijze informatie van het UWV had ontvangen waaruit hij kon afleiden dat op de betalingen geen loonheffing was ingehouden en wat de mogelijke financiële gevolgen konden zijn. Het UWV achtte de klacht ten aanzien van de informatieverstrekking naar aanleiding van het onderzoek gegrond.
Ten aanzien van de naheffing zag het UWV geen reden om uit coulance verzoeker hierin tegemoet te komen. Het betreft immers een bedrag dat verzoeker onder normale omstandigheden ook aan de belastingdienst verschuldigd zou zijn. Het UWV was wel bereid om schade die verzoeker hierdoor lijdt te vergoeden maar verzoeker moet daarvoor een verzoek om schadevergoeding bij het UWV indienen.
De naheffing was echter een direct gevolg van het niet versturen van essentiële informatie waaruit verzoeker had kunnen weten dat het UWV geen loonheffing op de nabetalingen had ingehouden. De No oordeelde dat redelijkerwijs gezien het op de plaats zou zijn indien het UWV in dit specifieke geval coulance zou tonen in plaats van verzoeker een verzoek om schadevergoeding te laten indienen.
De No oordeelde de klacht dan ook gegrond wegens strijd met het vereiste van actieve en adequate informatievoorziening en het redelijkheidsvereiste.
De Raad van bestuur van het UWV werd in overweging gegeven om in dit bijzondere geval uit coulance verzoeker een tegemoetkoming te verstrekken en hiertoe met hem in overleg te treden.