2007/204

Rapport

Verzoekster heeft de Marokkaanse nationaliteit en woont meer dan 19 jaar in Nederland. Over 2005 heeft zij een voorlopige teruggaaf (VT) ontvangen. Volgens het in 2005 ingevoerde systeem van de geautomatiseerde VT zou zij in beginsel voor 2006 voor een automatische toekenning van de VT in aanmerking komen. Verzoekster werd door de Belastingdienst meegedeeld dat zij hiervoor niet in aanmerking kwam. Enige toelichting op deze mededeling ontbrak.

Verzoekster klaagde over het feit dat zij niet in aanmerking was gebracht voor de automatische VT. Naar zij nadien had begrepen was deze haar geweigerd omdat haar verblijfsvergunning binnen zes maanden afliep. Tevens klaagde verzoekster over de wijze waarop haar hiervan mededeling was gedaan. Meer in het algemeen klaagde verzoekster over de extra voorwaarden die in verband met de (automatische) VT aan vreemdelingen worden gesteld.

Naar het oordeel van de Nationale ombudsman is het door de minister per 2005 ingevoerde controlebeleid op de verblijfsstatus van vreemdelingen - voor zover vreemdelingen van wie de verblijfsvergunning binnen een half jaar afloopt hierdoor niet in aanmerking worden gebracht voor de geautomatiseerde VT - niet redelijk. Hij achtte de klacht van verzoekster hierover gegrond evenals haar klacht over de wijze waarop haar hiervan mededeling was gedaan (motiveringsvereiste). Ten aanzien van het uitsluiten van de automatische VT aan vreemdelingen met code 31,32 en 98 was klacht niet gegrond. Ook niet ten aanzien van de controle vooraf op de verblijfsstatus van vreemdelingen met een verblijfsvergunning van korter dan zes maanden dan wel met de code 31,32 en 98 bij eerste toekenning VT.

De Nationale ombudsman deed de minister de aanbeveling om vreemdelingen als verzoekster, dat is de categorie van wie de verblijfsvergunning binnen de zes maanden afloopt, in aanmerking te brengen voor de automatische VT (indien zij aan de overige voorwaarden hiervoor voldoen) en de berichtgeving aan degenen die hiervoor niet in aanmerking komen van een toelichting te voorzien.

Instantie: Belastingdienst/Haaglanden/kantoor Den Haag

Klacht:

Niet in aanmerking gebracht voor automatische toekenning van voorlopige teruggaaf heffingskortingen (VT) over 2006, ondanks feit dat verzoekster op dat moment rechtmatig in Nederland verbleef; in brief zonder nadere motivering meegedeeld dat verzoekster volgens inschatting geen recht had op VT over 2006; voorwaarden verbonden aan toekenning en uitbetaling van VT aan vreemdelingen die over verblijfsvergunning met geldigheid van minder dan half jaar beschikken.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Belastingdienst/Haaglanden/kantoor Den Haag

Klacht:

Overige voorwaarden verbonden aan toekenning en uitbetaling van (automatische) voorlopige teruggaaf aan vreemdelingen.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Belastingdienst/Haaglanden/kantoor Den Haag

Klacht:

Niet kunnen garanderen dat verzoekster vanaf 2007, en zolang zij rechtmatig verblijf houdt in Nederland, in aanmerking komt voor automatische VT.

Oordeel:

Geen oordeel