Verzoeker en zijn echtgenote meldden zich op dinsdag 3 oktober 2006 bij de legalisatiebalie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij waren die ochtend vanuit Doetinchem naar Den Haag gereisd om een tweetal handtekeningen op een document te laten legaliseren. Van de portier kreeg verzoeker echter te horen dat de legalisatiebalie die dag was gesloten in verband met een personeelsuitje. Op verzoekers vraag of er wellicht iemand anders was die het document van een legalisatiestempel kon voorzien, antwoordde de portier dat dit niet mogelijk was. Deze mededeling werd door een tweede portier bevestigd.
Verzoeker diende tegen deze gang van zaken een klacht in. De minister van Buitenlandse Zaken verklaarde de klacht ongegrond. Als verzoeker het internet had geraadpleegd of zich telefonisch over de openingstijden had laten informeren, dan was hij erachter gekomen dat de balie op die bewuste dag was gesloten, aldus de minister. De sluiting was immers twee weken van tevoren bekendgemaakt. De Nationale ombudsman achtte de gedraging niet behoorlijk. Volgens de Nationale ombudsman houdt het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking onder meer in dat voorkomen moet worden dat burgers tevergeefs een overheidsinstelling bezoeken omdat deze instelling is gesloten op een dag en tijdstip waarop mag worden verwacht dat deze normaal open is. Dit geldt zeker wanneer deze overheidsinstelling bezocht wordt door burgers uit alle delen van het land. Verzoeker had ruim voor zijn komst naar Den Haag geïnformeerd naar de openingstijden via de website van het ministerie. Dinsdag 3 oktober 2006 werd daarin niet als een (extra) sluitingsdatum genoemd. Verzoeker hoefde niet vlak voor zijn komst ook nog telefonische informatie in te winnen om te bezien of de informatie die hij via een andere bron had ingewonnen wel correct was.