Op 15 maart 2004 wordt er door politie een hennepkwekerij ontdekt in een loods die verzoeker aan een derde verhuurde. Verzoeker wordt aanvankelijk als verdachte aangemerkt en verhoord. Verzoeker gaf tijdens dit verhoor aan dat hij aangifte wilde doen tegen zijn verhuurder, maar dit wordt geweigerd. Verzoeker diende hierover een klacht in. Daarnaast klaagt verzoeker erover dat hij niet door het regionale politiekorps Gelderland-Midden is geïnformeerd over de stand van zaken van het onderzoek en over zijn status hierin. Ten slotte klaagt verzoeker erover dat de politie zijn verzoek tot schadeclaim heeft laten behandelen door een verkeerde verzekeraar.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat de korpsbeheerder niet behoorlijk heeft gehandeld door te weigeren de aangifte van verzoeker op te nemen met het argument dat het een civiele zaak zou betreffen. Daarnaast is de Nationale ombudsman van oordeel dat de korpsbeheerder in strijd heeft gehandeld met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking, door verzoeker - ondanks zijn herhaalde verzoeken - niet op de hoogte te brengen van de stand van het onderzoek en de status van verzoeker hierin. Vanaf het moment dat de officier van justitie het onderzoek overnam had de korpsbeheerder de vraag van verzoeker moeten doorverwijzen naar het Openbaar Ministerie.
Ten slotte oordeelde de Nationale ombudsman dat de korpsbeheerder het verzoek tot schadevergoeding van verzoeker wel door de goede verzekeraar had laten behandelen.
Vereiste van Fair Play, niet behoorlijk
Vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking, niet behoorlijk
Vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking, behoorlijk
De Nationale ombudsman geeft de korpsbeheerder in overweging om verzoeker te informeren over de stand van het onderzoek, alsmede over welke zaakofficier van justitie en welk parket de zaak van verzoeker thans behandeld.