Verzoeker klaagt er over dat in de besluitenlijst van het college, met vermelding van zijn naam, stond opgenomen dat diens klachten ongegrond waren verklaard. In reactie op verzoekers klacht merkte het college op dat het openbaarheid dient te betrachten en een actieve informatieplicht heeft, tenzij besloten wordt vertrouwelijkheid in acht te nemen op grond van een of meerdere criteria genoemd in de Wob. Openbaarmaking werd niet onjuist geacht, omdat geen gegevens in het geding waren waarvan, op grond van de Wob, het verstrekken van informatie achterwege moet blijven.
De Nationale ombudsman overwoog dat artikel 60 van de Gemeentewet, blijkens de parlementaire behandeling, een uitputtende regeling geeft voor het bekendmaken van de besluitenlijst en dat de algemene openbaarmakingregeling van de Wob hiervoor dient te wijken. Van de mogelijkheid om een besluitenlijst te anonimiseren diende zeer terughoudend gebruik te worden gemaakt.
Uit de parlementaire behandeling omtrent artikel 9:12a van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat het bestuursorgaan jaarlijks de geregistreerde klachten publiceert, blijkt echter dat het de bedoeling van de wetgever is geweest geregistreerde schriftelijke klachten in de jaarlijkse publicatie geanonimiseerd bekend te maken.
Een en ander leidt ertoe dat colleges van burgemeester en wethouders bij de publicatie van besluitenlijsten geacht worden zeer terughoudend gebruik te maken van het anonimiseren, ook indien het beslissingen op klaagschriften betreft, terwijl colleges bij de publicatie van geregistreerde klachten geacht worden deze geanonimiseerd te publiceren. Bij een strikte toepassing van beide bepalingen betekent dit dat in de afzonderlijke besluitenlijsten wel de naam van een klager wordt vermeld, maar in de jaarlijkse publicatie van dezelfde klachten de naam van de klager moet worden verwijderd.
De hiervoor beschreven situatie acht de Nationale ombudsman niet in overeenstemming met het vereiste van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, mede omdat het colleges is toegestaan de besluitenlijsten te anonimiseren, zij het dat het gewenst is van deze bevoegdheid zeer terughoudend gebruik te maken. Door in de besluitenlijst ook de naam van de klager te vermelden was naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet gehandeld in overeenstemming met het vereiste van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. De klacht werd als gegrond aangemerkt.
De Nationale ombudsman gaf het college in overweging om bij de publicatie van besluitenlijsten de beslissing op ingediende klaagschriften te anonimiseren.
Daarnaast klaagde verzoeker over de motivering van de beslissing op zijn klacht en over het aan derden versturen van het bij de beslissing op de klacht behorend ambtelijk advies.