2007/118

Rapport

Verzoekers wilden een stuk grond kopen van het COA. De onderhandelingen verliepen langzaam en ook moeizaam (grote prijsverschillen). Het proces strekte zich uit van mei 2003 tot aug/sep 2004. Eerst ging het om de grond met de gebouwen, vanaf medio juli 2004 ging het om de kale grond. Ze klagen met name over de periode vanaf medio juli 2004. Toen hadden zij een bod neergelegd, waar zij ongeveer 3 weken lang niets op vernamen van de zijde van het COA. Toen zij uiteindelijk contact wisten te leggen met het COA bleek dat het COA met een derde partij bezig was. Verzoekers vinden dat er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen.

De No beziet de klacht tegen de achtergrond van contractsvrijheid, dat geldt voor het rechtsverkeer tussen burgers onderling maar ook in dezelfde mate voor het verkeer tussen burgers en bestuursorga­nen. Dit principe houdt in dat men de vrijheid moet hebben om met iemand te onderhandelen en na verloop van tijd toch met een ander een contract aan te gaan zonder aansprakelijk te zijn voor door de eerstgenoemde onderhandelingspartner vergeefs gemaakte kosten. Ieder van de onderhandelende partijen is vrij de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het tot stand komen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Voor bestuursorganen is in dit verband het vereiste van rechtszekerheid van belang. De No is van oordeel dat er in dit geval geen sprake was van gerechtvaardigd vertrouwen. Het moment waarop verzoekers te horen kregen dat zij niet de enige geïnteresseerden waren, werd door hun als (te) laat ervaren, maar op dat moment hadden zij nog de ruimte om nogmaals een bod te doen, hetgeen zij ook deden.

Het COA koos er vervolgens voor om met de derde partij in zee te gaan en dit vormde voor verzoekers een deceptie. Inherent aan het principe van contractsvrijheid is echter dat partijen de vrijheid hebben om afwegingen te maken over welk bod, om hen move­rende redenen, het meest gunstig is, en om die partij vervolgens te contracteren. Ken­nelijk bleek het voor het COA gunstiger om de gebouwen voor risico van koper te verkopen.

Niet ontvankelijk verklaren van het verzoek om schadevergoeding in de klachtprocedure.

Instantie: Centraal Orgaan opvang Asielzoekers

Klacht:

Koopovereenkomst gesloten met derde betreffende aantal aan COA in eigendom toebehorende percelen grond met voormalig vormings- en asielzoekerscentrum: niet uit eigen beweging geïnformeerd vanaf moment dat verzoekers bod tot aankoop hadden uitgebracht.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Centraal Orgaan opvang Asielzoekers

Klacht:

Verzoek om schadevergoeding en levering niet-ontvankelijk verklaard.

Oordeel:

Gegrond