2007/104

Rapport

Door verzoeker werd aangifte gedaan van smaad. Na het door de politie verrichte onderzoek werd de zaak in samenspraak met het Openbaar Ministerie geseponeerd. De politie nodigde verzoeker daarop uit op het politiebureau om over de zaak te praten. Verzoeker ging samen met zijn broer naar het politiebureau. De politie weigerde echter om de broer bij het gesprek toe te laten. Eenmaal in de spreekkamer, bleek verzoeker dat de verdachte ook uitgenodigd was voor het gesprek. Verzoeker was het niet eens met die gang van zaken en diende daarover een klacht in bij het politiekorps.

De korpschef verklaarde de klacht uiteindelijk op grond van de klachtenregeling niet ontvankelijk. Volgens de korpschef had verzoeker onvoldoende belang bij de behandeling van zijn klacht, daar hij op voorhand had geweigerd in te stemmen met een bemiddelingsgesprek en had geweigerd het verslag van het interview - dat door de klachtonderzoeker was opgesteld - goed te keuren. De korpsbeheerder merkte tijdens her onderzoek in dit verband op dat in de klachtenregeling van het politiekorps onder 'onvoldoende belang' mede werd verstaan het niet meewerken aan een goede uitvoering van de behandeling van de klacht.

De Nationale ombudsman merkte op dat een (bemiddelings)gesprek op zichzelf doorgaans kon bijdragen aan een goede klachtbehandeling en dat het om die reden jammer was dat verzoeker niet op die uitnodiging was ingegaan. De Nationale ombudsman overwoog echter dat het afslaan van een uitnodiging voor zo'n gesprek geen reden mocht zijn om een klacht niet te behandelen. Verder overwoog de Nationale ombudsman dat het niet willen goedkeuren van het verslag van het interview ook geen reden was om de klacht niet ontvankelijk te verklaren.

Door verzoeker niet ontvankelijk te verklaren wegens het niet willen meewerken aan een bemiddelingsgesprek en het weigeren om goedkeuring te geven aan een verslag, had het politiekorps gehandeld in strijd met het vereiste van fair play. De Nationale ombudsman gaf de korpsbeheerder in overweging te bevorderen dat de klachtenregeling van het politiekorps zo wordt aangepast dat een klacht niet langer buiten behandeling wordt gelaten indien een verzoeker geen medewerking verleent.

Verder:

Het niet aanwezig laten zijn van verzoekers broer tijdens het gesprek

Het zonder overleg laten plaatsvinden van een gesprek tussen verzoeker en de verdachte

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Niet meegedeeld dat verdachte uit verzoekers strafzaak bij gesprek van 1 september 2006 aanwezig zou zijn.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Geweigerd om verzoekers broer bij gesprek op 1 september 2006 aanwezig te laten zijn.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Onderzoek uit eigen beweging naar wijze waarop klachtbrief van verzoeker is afgehandeld .

Oordeel:

Gegrond