Verzoeker (geen katvanger) heeft in het verleden met zijn motorvoertuig een heel groot aantal verkeersovertredingen begaan. Tijdens zijn detentie vanwege andere feiten werd hij geconfronteerd met het voornemen van de officier van justitie om hem na afloop van de detentie in gijzeling te nemen omdat verzoeker achterstallig was zo'n € 5.700 aan WAHV-beschikkingen en enkele boetevonnissen te voldoen.
Verzoeker klaagt er over dat het CJIB heeft geweigerd hiervoor een betalingsregeling te treffen.
Het CJIB heeft het verzoek terecht afgewezen omdat op het moment dat verzoekers gemachtigde het verzoek deed, de vervaldatum van de tweede aanmaning reeds was verstreken. Ook had verzoeker nooit eerder contact opgenomen over de desbetreffende beschikkingen, terwijl bovendien een door hem uiteindelijk gedaan betalingsvoorstel van € 50 per maand gezien het totale bedrag niet reëel was.
Redelijkheidsvereiste. Klacht niet gegrond.