2007/094

Rapport

De politie wilde verzoeker aanspreken op diens rijgedrag. Er ontstond een schermutseling, waarna de politie verzoeker aanhield wegens het niet ter inzage geven van zijn rijbewijs. Hij voldeed de voor dit feit aangeboden transactie.

Verzoeker klaagt erover dat de politie bij zijn aanhouding pepperspray tegen hem heeft gebruikt en hem heeft geboeid.

Er was niet meer na te gaan wat zich precies had afgespeeld. Echter, zelfs indien de lezing van de politie - verzoeker maakte een rukkende beweging na het eerste vastpakken; nam een dreigende houding aan die hij liet varen na dreiging met pepperspray, en maakte een trekkende beweging met zijn arm toen hij weer werd vastgepakt - vindt de Nationale ombudsman dat de politie te snel is overgegaan tot het gebruik van een ingrijpend middel als pepperspray; er waren onvoldoende aanwijzingen voor een dermate grote dreiging van een escalatie dat er geen mogelijkheid meer was om eerst andere aanhoudingstechnieken te beproeven.

Dat verzoeker, die verder tijdens het sprayen verbaal noch fysiek agressief was, doorliep, vindt de Nationale ombudsman onvoldoende reden om hem dan maar en blijkbaar standaardmatig in de boeien te slaan. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman is te snel gekozen voor een buitengewoon strakke aanpak in alle opzichten. Hij achtte beide gedragingen niet behoorlijk wegens strijd met verzoekers recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.

- tijd voor het ophouden voor verhoor

- ongemotiveerd negeren getuigenverklaring bij klachtafdoening

Instantie: Regiopolitie Kennemerland

Klacht:

Wijze van bejegening: pepperspray gebruikt, geboeid en daarbij geweld gebruikt.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Kennemerland

Klacht:

Aantal uren ingesloten voor verhoor.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Kennemerland

Klacht:

Door korpsbeheerder bij oordeel van 17 juni 2005 dat klachten ongegrond waren, niet de getuigenverklaring van derde betrokken.

Oordeel:

Gegrond