De broer van verzoekster kwam te overlijden. Met het oog op de wijze waarop zij afscheid van hem wilde nemen, verzocht zij de officier van justitie om een foto van het stoffelijk overschot en een kopie van een door haar overleden broer geschreven brief. De officier van justitie liet verzoekster weten dat hij haar de foto en de brief niet zou verstrekken.
Daar klaagde verzoekster over.
Gedurende het onderzoek kwam naar voren dat er ten tijde van het verzoek van verzoekster sprake was van een vervolgingsbelang. Het Openbaar Ministerie moest onderzoek doen naar de wijze waarop verzoeksters broer was komen te overlijden. Verzoekster wilde echter met behulp van de foto en de brief het gemis van haar broer verwerken. De Nationale ombudsman oordeelde dat het belang van het onderzoek naar de doodsoorzaak prevaleerde boven het individuele belang van verzoekster. De officier van justitie kon in redelijkheid besluiten om de foto en de brief niet aan verzoekster te verstrekken.
De Nationale ombudsman toetste in dit geval aan het redelijkheidsvereiste en achtte de klacht niet gegrond.