2007/038

Rapport

De rechter had verzoekers zoon twee schadevergoedingsmaatregelen opgelegd. De tweede schadevergoedingsmaatregel had de rechter tevens aan drie mededaders opgelegd. De vier jongens waren hoofdelijk aansprakelijk voor deze schadevergoeding en spraken af allen 25% van het schadevergoedingsbedrag te betalen.

Het CJIB ontving vervolgens een bedrag van verzoekers zoon ten behoeve van de twee schade-vergoedingsmaatregelen (100% van de eerste en 25% van de tweede), welk bedrag het CJIB naar rato verdeelde. Hierdoor werd meer dan 25% aangewend ten behoeve van de tweede schade-vergoeding en minder dan 100% ten behoeve van de eerste schadevergoeding. Toen de vierde mededader zijn deel aan het CJIB betaalde, was deze vordering reeds geheel voldaan, en het CJIB stortte het bedrag aan de vierde mededader terug. Voor verzoeker stond er daardoor nog een bedrag open en het CJIB zond verzoekers zoon een aanmaning.

Verzoeker klaagt erover dat het CJIB het bedrag dat hij heeft betaald voor de fiets heeft opgeteld bij het bedrag voor de vernieling (tweede schadevergoedingsmaatregel), waardoor er een tekort is ontstaan met betrekking tot de vergoeding van de fiets.

De No is van oordeel dat wanneer het CJIB één acceptgiro verstuurt ten aanzien van twee verschillende schadevergoedingsmaatregelen, terwijl er bovendien sprake is van een schadevergoedingsmaatregel opgelegd aan mededaders, ook van het CJIB mag worden verwacht dat het de betalingen in hun volledigheid beschouwt. Het CJIB had kunnen achterhalen dat er kennelijk sprake wat de onderlinge afspraak tussen de vier daders was. De No acht het niet juist dat het CJIB heeft nagelaten om uit te zoeken waarom een te hoog bedrag ten behoeve van de vernieling was overgemaakt en dat het de ontvangen bedragen niet heeft herverdeeld.

Het CJIB heeft gehandeld in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid.

De No geeft de MvJ in overweging ervoor zorg te dragen dat het CJIB in de gevallen dat het een te hoog bedrag heeft ontvangen aan schadevergoeding, nagaat of hiervoor een verklaring is te vinden, en indien dit te wijten is aan het feit dat betalingen naar rato zijn verdeeld, ervoor zorg te dragen dat de betalingen worden herverdeeld.

Bovendien individuele aanbeveling m.b.t. herverdeling bedragen en kwijtschelding jegens verzoeker.

Verzoeker klaagt erover dat het CJIB aan degene van de vier jongens die het laatst zijn deel heeft overgemaakt, een bedrag heeft teruggeven dat teveel zou zijn betaald, waardoor deze jongen in plaats van te betalen een bedrag van €0,50 heeft gekregen;

klaagt erover dat het CJIB een verhoging heeft opgelegd over het gedeelte van het bedrag dat ten aanzien van de vergoeding voor de schade aan de fiets nog niet betaald zou zijn;

Verzoeker klaagt erover dat het CJIB hem heeft meegedeeld de zaak onderling te regelen met jongens die het te veel betaalde bedrag heeft teruggekregen.

Instantie: Centraal Justitieel Incassobureau

Klacht:

Bedrag dat verzoekers pleegzoon heeft betaald, onjuist verwerkt waardoor bedrag dat bestemd was voor schadevergoeding volgens CJIB niet in zijn geheel is voldaan: bedrag van € 479 dat verzoeker heeft betaald voor fiets opgeteld bij het bedrag voor de gemeente waardoor tekort is ontstaan m.b.t. vergoeding van fiets; aan vierde mededader € 213 teruggestort omdat te veel zou zijn betaald waardoor deze jongen i.p.v. te betalen een bedrag van € 0,50 heeft gekregen; meegedeeld de zaak onderling te regelen met de jongen die het te veel betaalde bedrag heeft teruggekregen.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Centraal Justitieel Incassobureau

Klacht:

Verhoging opgelegd over gedeelte van bedrag dat t.a.v. vergoeding voor schade aan fiets nog niet betaald zou zijn.

Oordeel:

Niet gegrond