2007/023

Rapport

Verzoeker werkte als teamleider beveiliging in een Justitiële Inrichting (Q). Begin 2003 werd verzoeker bij wijze van disciplinaire straf gedegradeerd naar medewerker beveiliging. Nadien verslechterde de (arbeids)verhouding tussen verzoeker en Q. In de periode vanaf november 2003 tot circa maart 2004 schreef verzoeker de sectordirecteur Justitiële Jeugdinrichtingen en de hoofddirecteur Dienst Justitiële Inrichtingen diverse brieven. In die brieven gaf verzoeker onder meer aan dat hij twijfelde aan de integriteit van onder meer vier leidinggevenden van Q, waaronder de direct leidinggevende van verzoeker en de algemeen directeur van Q. De sectordirecteur en de hoofddirecteur reageerden te laat op genoemde brieven en deden de meldingen van verzoeker af als een arbeidsconflict. Zij gaven geen opdracht tot het instellen van een integriteitsonderzoek.

Verzoeker klaagt over de wijze waarop de sectordirecteur en de hoofddirecteur zijn omgegaan met zijn meldingen over vier leidinggevenden van Q. In dat verband klaagt verzoeker er onder meer over dat hij in dat kader niet is gehoord.

Vast staat dat de sectordirecteur de meldingen van verzoeker voorlegde aan de algemeen directeur van Q. De sectordirecteur nam op grond van de weergave van de feiten door de algemeen directeur een beslissing. De sectordirecteur besliste dat hij geen aanleiding zag om opdracht te geven tot het doen van een onderzoek naar de integriteit van de directie van Q. Daaruit kan worden afgeleid dat de algemeen directeur van Q de visie van verzoeker niet onderschreef. Gelet daarop en op de nauwe betrokkenheid van verzoeker bij de door hem aangevoerde verwijten jegens de vier leidinggevenden van Q. had verzoeker naar het oordeel van de Nationale ombudsman in de gelegenheid moeten worden gesteld om op de visie van de algemeen directeur te reageren. Door verzoeker niet in die gelegenheid te stellen handelde de sectordirecteur in strijd met het vereiste van hoor en wederhoor, aldus de Nationale ombudsman.

Verzoeker klaagde er verder over dat:

- zonder zijn medeweten contact is opgenomen met de desbetreffende medewerkers van Q;

- het Bureau Integriteit en Veiligheid niet is gelast een onderzoek in te stellen;

- zijn klachten zijn afgedaan als een arbeidsconflict.

Instantie: Dienst Justitiële Inrichtingen te Den Haag

Klacht:

Wijze van klachtafhandeling: verzoeker niet gehoord, zonder verzoekers medeweten contact opgenomen met algemeen directeur, Bureau Integriteit en Veiligheid niet gelast onderzoek in te stellen, verzoekers klachten als arbeidsconflict afgedaan.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Dienst Justitiële Inrichtingen te Den Haag

Klacht:

Zonder verzoekers medeweten contact opgenomen met zijn medewerkers.

Oordeel:

Geen oordeel