Verzoeker kwam na een ziekmelding bij zijn werkgever en na afloop van de loondoorbetalingsplicht van die werkgever in contact met het UWV voor een uitkeringsaanvraag. De voor de beoordeling van die aanvraag benodigde papieren van de werkgever bleken aanvankelijk niet bij het UWV aangekomen te zijn en moesten opnieuw worden opgestuurd. Verzoeker moest zich als werkzoekende inschrijven bij het CWI, maar daar vernam hij dat het UWV eerst een re-integratieonderzoek moest verrichten voor het vaststellen van zijn belemmeringen. Er volgde toen een reeks van voorvallen die aanleiding gaven voor verzoeker om een klacht in te dienen:
- niet reageren op zes brieven van verzoeker;
- niet of te laat terugbellen;
- twee waarschuwingen geven voor het niet voldoen aan de sollicitatieplicht terwijl verzoeker daarvoor was vrijgesteld;
- tegenstrijdige informatie geven over het al dan niet mogen verrichten van vrijwilligerswerk;
- ondanks adreswijziging post naar het oude adres blijven sturen;
- aangeven dat het re-integratieonderzoek had plaatsgevonden terwijl dat door verzoeker werd ontkend;
- ten onrechte aangeven dat een klacht naar tevredenheid was afgehandeld.
In essentie gaat het er in deze zaak om dat er van alles bij het UWV verkeerd is gegaan en er door het UWV niet goed op de verschillende klachtonderdelen is gereageerd omdat verzoekers brieven zijn zoekgeraakt en andere correspondentie en telefoonrapporten niet kunnen worden teruggevonden of niet zijn opgesteld.
Toegepaste behoorlijkheidsvereisten:
- administratieve nauwkeurigheid;
- rechtszekerheid;
- actieve en adequate informatieverstrekking.