Verzoekers klagen over de wijze waarop politieambtenaren zijn opgetreden naar aanleiding van een melding over een uit de hand gelopen ruzie tussen verzoekster en hun zoon.
Verzoekers klagen er onder meer over dat de politie:geen gehoor heeft gegeven aan het verzoek van verzoekster om de woning te verlaten.
Ook minderjarige bewoners kunnen toestemming verlenen aan politieambtenaren om hun woning binnen te treden. De toestemming van een minderjarige mag echter slechts als rechtsgeldig worden beschouwd door politieambtenaren, indien hun blijkt dat de minderjarige tot adequate wilsvorming in staat is en voldoende inzicht heeft in de situatie om het betreden van de woning te weigeren of toe te staan. Of dit het geval is, hangt af van de feiten en omstandigheden van het concrete geval.
Bij beoordeling van verzoekers klacht dat de binnengetreden politieambtenaren geen gehoor hebben gegeven aan het verzoek van verzoekster om de woning te verlaten is het huisrecht van toepassing. Hierbij is van belang dat de politie, na rechtmatig te zijn binnengetreden, met omstandigheden kan worden geconfronteerd die leiden tot een heroverweging over de rechtmatigheid van de aanwezigheid in de woning.
In dit verband staat vast de politie in de woning werd geconfronteerd met verzoekster, bewoonster, die aanspreekbaar was, kennelijk niet (ernstig) gewond en voorts de binnengetreden politieambtenaren nadrukkelijk verzocht om de woning te verlaten. Voorts gaf zij aan geen aangifte tegen haar zoon te willen doen. De reden van binnenkomst, te weten de voorkoming of bestrijding van ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van personen aan hun aanwezigheid viel hiermee weg.
Deze omstandigheden hadden de politieambtenaren moeten doen besluiten onmiddellijk de woning te verlaten. Het is onjuist dat zij dit niet direct hebben gedaan, maar eerst nog de woning hebben doorzocht op aanwezigheid van verzoekers zoon B. Door aanwezig te blijven na het verzoek de woning te verlaten, heeft de politie in dit geval het huisrecht geschonden.
De onderzochte gedraging is op dit punt niet behoorlijk.
met een te groot aantal personeelsleden de woning betreden,
niet in het bezit was van een machtiging tot binnentreden,
in de woning naar zoon gezocht,
bij het onderzoek in de woning een kledingkast beschadigd.
