2006/259

Rapport

Verzoeker, schipper op een zeiljacht, ontving van het CJIB te Leeuwarden een op 5 november 2002 gedateerd transactievoorstel in verband met een geconstateerd strafbaar feit: het op 14 september 2002 `onbemand varen (lichtmatroos ontbreekt)'.

Verzoeker tekende bij brief van 10 december 2002 gemotiveerd bezwaar aan bij het CJIB, maar betaalde wel het transactiebedrag.

Later wendde hij zich nog tot het arrondissementsparket te Rotterdam, maar dat nam zijn bezwaar niet in behandeling.

Verzoeker klaagde erover dat hij eerst was verplicht om te betalen, terwijl de betaling later werd gebruikt als argument om zijn bezwaar niet in behandeling te nemen.

De Nationale ombudsman overwoog dat het CJIB had gehandeld in strijd met het beginsel van fair play door aan verzoeker onvolledige informatie te verstrekken waardoor deze zich gedwongen voelde om het transactievoorstel te voldoen. Dit gaf aanleiding om in dit rapport een aanbeveling te doen.

De Nationale ombudsman overwoog dat de parketsecretaris van het arrondissementsparket Rotterdam had gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste door niet in te gaan op verzoekers redenering, en door een oordeel te geven op grond van onbewezen feiten.

Instantie: Centraal Justitieel Incassobureau

Klacht:

Wijze van informeren verzoeker.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Parketsecretaris arrondissementsparket te Rotterdam

Klacht:

Geweigerd verzoekers verzoek te honoreren om heropening van een zaak waarin hij een transactievoorstel had aanvaard.

Oordeel:

Gegrond