2006/250

Rapport

Verzoeker kwam op 20 augustus 2003 uit Suriname naar Nederland. De Koninklijke Marechaussee (KMar) dacht dat zijn Surinaamse paspoort vals was, en liet dit paspoort onderzoeken. Vervolgens hield de KMar hem aan op verdenking van het hebben van een vals reisdocument. Verzoeker werd opgehouden op de luchthaven, en keerde de volgende dag terug naar Paramaribo. De KMar stuurde verzoekers paspoort en zijn rijbewijzen naar het openbaar ministerie. Begin september 2005 kreeg verzoeker in Suriname een nieuw paspoort, omdat de Surinaamse autoriteiten van mening waren dat zijn oude paspoort niet was vervalst.

Verzoeker klaagt over zijn behandeling op Schiphol.

Onder andere klaagt hij dat de KMar hem tegen zijn hoofd heeft gestompt. De Nationale ombudsman heeft dit echter niet kunnen vaststellen, en onthoudt zich daarom van een oordeel.

Ook klaagt hij erover dat hij van de KMar geen advocaat mocht raadplegen, terwijl hij daar tweemaal om had gevraagd. De Nationale ombudsman vindt aannemelijk dat verzoeker om een advocaat heeft gevraagd en vindt dat de KMar verzoeker wel in de gelegenheid had moeten stellen om een advocaat te raadplegen.

De ombudsman oordeelt dat de KMar heeft gehandeld in strijd met het beginsel van fair play.

Op de klacht dat verzoeker geen bewijs van ontvangst heeft gekregen van de in beslagname van zijn Surinaamse paspoort, en dat hij niet is gewezen op de mogelijkheid van beklag (dat op dat bewijs van inbeslagname is vermeld) onthoudt de Nationale ombudsman zich van een oordeel, omdat hij niet heeft kunnen vaststellen of dit nu wel of niet is gebeurd.

Verder klaagt verzoeker er over dat de KMar hem heeft verteld dat de officier van justitie zijn rijbewijzen zou teruggeven. Verzoeker had deze rijbewijzen nodig, omdat hij chauffeur is. Hij kreeg zijn rijbewijzen echter niet terug. De Nationale ombudsman vindt dat de KMar tegen verzoeker had moeten zeggen dat de officier van justitie de beslissing zou nemen over wat hij met de rijbewijzen zou doen, en dat deze ook kon besluiten om de rijbewijzen niet terug te geven.

De ombudsman oordeelt dat de KMar heeft gehandeld in strijd met het beginsel van actieve en adequate informatieverstrekking.

Instantie: Koninklijke Marechaussee

Klacht:

Verzoeker na aanhouding niet in gelegenheid gesteld een advocaat te raadplegen; verzoeker verkeerd geïnformeerd over de verdere behandeling van de documenten; lange duur klachtbehandeling.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Koninklijke Marechaussee

Klacht:

Geen afschriften van de in beslag genomen goederen verstrekt.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Koninklijke Marechaussee

Klacht:

Verzoeker herhaaldelijk tegen zijn hoofd gestompt; geen Bewijs van ontvangst verstrekt na inbeslagname van verzoekers documenten; niet gewezen op mogelijkheid om tegen inbeslagneming van documenten beklag te doen.

Oordeel:

Geen oordeel