2006/238

Rapport

Verzoekster ondervond rook- en stankoverlast door het verbranden van snoeihout op ongeveer 250 meter van haar woning. In reactie op verzoeksters melding hadden twee medewerkers ter plaatse geconstateerd dat in overeenstemming met de verleende vergunning werd gestookt. Na een tweede overlastmelding was nogmaals ter plaatse gekeken en geconstateerd dat de vrijkomende rook binnen aanvaardbare normen bleef. Volgens de gemeente was adequaat op de meldingen gereageerd door het uitvoeren van controles ter plaatse waarbij geen overtredingen, dan wel overlast was geconstateerd.

De Nationale ombudsman overwoog echter dat geen bezoek was gebracht aan de woning van verzoekster en dus niet was vastgesteld of, en in hoeverre in de woning sprake was van hinder of gevaar door het stoken.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de brandweer, door uitsluitend af te gaan op de constateringen ter plaatse en niet de situatie in de woning van verzoekster in ogenschouw te nemen, niet had gehandeld in overeenstemming met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving. De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging niet behoorlijk.

Instantie: Brandweer gemeente Weert

Klacht:

Niet voldoende handhavend opgetreden naar aanleiding van verzoeksters meldingen inzake overlast door stoken van snoeihout.

Oordeel:

Gegrond