Verzoeker, met de Engelse nationaliteit, wilde met zijn echtgenote, met de Indonesische nationaliteit, vijf dagen in Nederland verblijven voor bezoek aan een vriend. Verzoeker maakte telefonisch een afspraak met het Nederlandse Consulaat in Southampton om een aanvraag in te dienen voor verlening van een Schengenvisum aan zijn echtgenote. Hij kreeg deze afspraak ruim twee weken later. Het visum werd vervolgens vijf weken en vier dagen later verleend, en drie dagen na de voorgenomen vertrekdatum.
Verzoeker klaagt er over dat hij pas vijf weken voor de voorgenomen reisdatum een aanvraag kon indienen, ondanks dat hij zijn twijfel had uitgesproken of deze termijn voldoende zou zijn.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat het voor de aanvrager van een visum van groot belang is dat het visum vóór de voorgenomen reisdatum wordt verstrekt. Hij overweegt dat de twee redenen van het consulaat om verzoeker niet meteen naar het consulaat te laten komen om de aanvraag in te dienen, waren: a. dat een visumaanvraag gewoonlijk binnen vijf weken kon worden afgehandeld, welke reden in dit geval onjuist is gebleken; en: b. dat een vroege visumaanvraag in het verleden had geleid tot administratieve fouten, welke reden onvoldoende zwaarwegend was tegenover verzoekers belang van een tijdige verstrekking van het visum. Het consulaat had verzoeker dan ook eerder de aanvraag moeten laten indienen.
Gehandeld is in strijd met het vereiste van fair play.
Verzoeker klaagt er ook over dat hij schade heeft geleden, en verzocht om vergoeding van 224,20 Engelse ponden, te weten een nieuw vliegticket.
De Nationale ombudsman overweegt dat verzoeker zijn schadeclaim heeft gebaseerd op het vertrouwen dat zijn echtgenote tijdig een visum werd verleend. Hij acht het begrijpelijk dat verzoeker al vóórdat op de visumaanvraag was beslist een vliegticket had gekocht om op de gewenste datum te kunnen reizen. Hij mocht er echter niet op vertrouwen dat zijn echtgenote ook daadwerkelijk een visum zou krijgen. Met het vroegtijdig kopen van een vliegticket heeft hij een risico genomen dat voor zijn rekening komt.
De Nationale ombudsman is van oordeel dat de minister van Buitenlandse Zaken met de afwijzing van verzoekers schadeclaim niet heeft gehandeld in strijd met het redelijkheidsvereiste.