2006/130

Rapport

In dit geval had het LBIO in augustus 2000 terecht de inning van de door verzoeker verschuldigde kinderalimentatie overgenomen, aangezien verzoeker de wettelijke indexering niet voldeed. Op verzoek van de alimentatiegerechtigde schortte het LBIO de inning in februari 2001 op, in afwachting van een uitspraak van de rechtbank op verzoekers verzoekschrift om de wettelijke indexering alsnog uit te sluiten. In mei 2001 beschikte de rechtbank dat de indexering tot en met 2001 werd uitgesloten. Ruim drie jaar later heeft het LBIO de inning hervat en loonbeslag gelegd onder verzoekers werkgever voor een bedrag van € 20.000. Toen geen sprake bleek te zijn van een betalingsachterstand heeft het LBIO dit loonbeslag opgeheven.

Verzoeker klaagde erover dat het LBIO weigerde de bij hem geïnde opslagkosten over de periode tot en met februari 2001 aan hem terug te storten.

De Nationale ombudsman overwoog dat uit het feit dat het LBIO in augustus 2000 terecht de inning had overgenomen, voortvloeide dat verzoeker vanaf dat moment 10% opslagkosten verschuldigd was. Door de beschikking van de rechtbank van mei 2001 was achteraf bezien de verplichting tot betaling van de achterstallige indexering echter komen te vervallen. Verder had verzoeker het basisbedrag van de kinderalimentatie altijd tijdig voldaan. Ook overwoog de Nationale ombudsman dat het LBIO ernstig laakbaar had gehandeld door in september 2004 - na drie jaar geen actie te hebben ondernomen in het dossier en zonder eerst navraag te doen bij de alimentatiegerechtigde - loonbeslag te leggen.

Alles overziend was de Nationale ombudsman van oordeel dat het LBIO uit coulance niet had mogen weigeren de bij verzoeker geïnde opslagkosten in hun geheel aan hem terug te betalen.

De Nationale ombudsman gaf het LBIO in overweging om uit coulance de bij verzoeker geïnde opslagkosten in hun geheel aan hem te retourneren.

Verder klaagde verzoeker over de wijze waarop een medewerkster van het LBIO hem tijdens een telefoongesprek had bejegend. Omdat de lezing van de betreffende medewerkster en de lezing van verzoeker tegenover elkaar stonden, gaf de Nationale ombudsman op dit punt geen oordeel.

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Klacht:

Geweigerd de bij verzoeker geïnde opslagkosten te retourneren.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Klacht:

Verzoeker onheus bejegend tijdens telefoongesprek.

Oordeel:

Geen oordeel