2006/119

Rapport

Tussen verzoeker en zijn buurman L. vond een handgemeen plaats. Verzoekers buurman waarschuwde kort na het handgemeen de politie die verzoeker aanhield. Tegen verzoeker werd proces-verbaal opgemaakt ter zake van mishandeling. De rechtbank ontsloeg verzoeker van alle rechtsvervolging wegens noodweerexces.

Verzoeker klaagde er onder meer over dat de politie hem onnodig lang heeft opgehouden in het politiebureau.

Het staat vast dat verzoeker op 12 augustus 2003 om 18.47 uur is verhoord en daarbij heeft geweigerd een verklaring af te leggen. Voorts staat vast dat de politie op 12 augustus 2003 om 20.01 uur de dagvaarding van verzoeker van het Openbaar Ministerie per faxbericht heeft ontvangen. Ook staat vast dat die dag omstreeks 20.35 uur de (uitgebreide) aangifte van L. is opgenomen. Eveneens staat vast dat verzoeker om 22.20 uur de dagvaarding is betekend en dat hij toen in vrijheid is gesteld. Ten slotte staat vast dat verzoeker éénmaal, te weten om 18.47, is verhoord.

Gelet op het ontbreken van een proces-verbaal van verhoor van verzoeker als verdachte dat is gelegen na het tijdstip van het opnemen van de volledige aangifte (omstreeks 20.35 uur) en het ontbreken van overige onderzoekshandelingen, is niet gebleken van een voornemen om verzoeker wederom te horen na het verrichten van nadere opsporingshandelingen. De totale insluitingsduur viel weliswaar binnen de wettelijk toegestane termijn, maar dat neemt niet weg dat het doel waarvoor verzoeker na zijn verhoor nog werd vastgehouden niet meer kan worden aangemerkt als "voor verhoor". Dit betekent dat er geen rechtsgeldige reden meer was om verzoeker na zijn verhoor nog een uur vast te houden. Het is niet juist dat verzoeker pas om 22.20 uur in vrijheid is gesteld.

Verwarring over het al dan niet moeten tekenen voor ontvangst van de dagvaarding en het behandelen van tussendoor komende meldingen doen hieraan niet af. De politieorganisatie dient bekend te zijn met procedures met betrekking tot het betekenen van dagvaardingen en zoals B. heeft laten weten was er tijdens het behandelen van de meldingen personeel in het politiebureau aanwezig om verzoeker tijdig in vrijheid te stellen. De politie heeft gehandeld in strijd met het verbod op onrechtmatige vrijheidsbeneming. De onderzochte gedraging is op dit punt niet behoorlijk.

Overige klachtonderdelen: (wijze van) aanhouden; wijze van insluiten; onvoldoende aandacht voor zijn letsel; duur ophouden; niet naar huis brengen ondanks toezegging; onderzoek onvoldoende objectief verricht; nagelaten de betrokken derde kritisch te verhoren; medische gegevens niet in het dossier gevoegd; op het verzoek van het Om onvoldoende nader onderzoek verricht.

Instantie: Regiopolitie Drenthe

Klacht:

Bij aanhouding verzoeker: onvoldoende aandacht voor zijn letsel, verzoeker tijdens zijn verblijf op het bureau niet de nodige verzorging geboden, verzoeker onnodig lang opgehouden op bureau, verzoekers medische gegevens niet in dossier gevoegd.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Drenthe

Klacht:

Verzoeker aangehouden; verzoeker met onnodig machtsvertoon aangehouden door met vier politieambtenaren naar zijn woning te gaan; verzoeker in een te warme ruimte opgehouden; onvoldoende objectief onderzoek gedaan naar de mishandeling van verzoeker.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Drenthe

Klacht:

Toezegging om verzoeker naar huis te brengen niet nagekomen.

Oordeel:

Geen oordeel