Ingevolge een uitspraak van de bestuursrechter van 27 juli 2004 diende het college van burgemeester en wethouders binnen uiterlijk drie maanden een nieuwe beslissing te nemen met betrekking tot verzoekers aanvraag om een bouwvergunning.
Verzoeker klaagde onder meer over het uitblijven van een beslissing.
Het college liet weten dat verzoeker per brief van 24 mei 2005 was geïnformeerd over die nieuwe beslissing, zodat, zij het later dan door de rechter is bepaald, toch aan de rechterlijke uitspraak uitvoering was gegeven.
De Nationale ombudsman overwoog evenwel dat de brief van 24 mei 2005 in feite een kennisgeving betrof van het college dat verzoekers aanvraag opnieuw zou worden behandeld. Aan een nieuwe beslissing ontbrak het. De Nationale ombudsman oordeelde dat het college door niet binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen het vereiste van rechtszekerheid had geschonden.
Verder klaagde verzoeker erover dat het college niet was ingegaan op zijn klacht over onder meer het handelen van een aantal ambtenaren, omdat hij in zijn klaagschrift niet duidelijk zou hebben gemaakt wat zijn klacht op dat punt inhield.
De Nationale ombudsman overwoog dat op grond van hoofdstuk 9 Awb een schriftelijke klacht ten minste een omschrijving van de gedraging waar de klacht betrekking op heeft dient te bevatten. Om nodeloze formalisering te voorkomen is niet vereist dat de gronden voor de klacht worden vermeld. Het horen dient er onder meer toe, om een klacht te verduidelijken en nadere informatie te verkrijgen. Verzoeker had op de hoorzitting zijn klacht over het handelen van de betrokken ambtenaren toegelicht. Die toelichting was opgenomen in een pleitnota die was toegevoegd aan het verslag van de hoorzitting. Gelet hierop, kon het college niet worden gevolgd in zijn standpunt dat de klacht op dit punt niet duidelijk was. Het college had dan ook gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste door om deze reden niet op de klacht in te gaan.
Het college is in overweging gegeven om zo spoedig mogelijk een nieuwe beslissing te nemen op verzoekers aanvraag om een bouwvergunning en zijn klacht over het handelen van ambtenaren alsnog af te handelen. Deze aanbeveling is opgevolgd.
