2006/107

Rapport

Verzoekster en haar familie hadden onenigheid gehad met hun buurvrouw, waarna de buurvrouw aangifte deed bij de politie. In verband hiermee bezochten twee politieambtenaren de volgende dag de buurvrouw. Verzoekster sprak de politieambtenaren aan omdat ze wilde dat ze ook bij haar binnenkwamen. Hierop hebben de politieambtenaren in verzoeksters woning met haar zoon en schoondochter gesproken.

Verzoekster klaagde over de wijze waarop de twee politieambtenaren haar hebben bejegend. Zo hadden de politieambtenaren zich bijvoorbeeld niet voorgesteld.

De Nationale ombudsman overwoog dat geüniformeerde politieambtenaren zich desgevraagd moeten legitimeren met hun legitimatiebewijs.

Nu verzoekster de politieambtenaren niet had gevraagd zich te legitimeren, waren de politieambtenaren niet verplicht hun legitimatiebewijs uit eigen beweging te tonen. Ook hoefden zij niet hun naam te noemen. De handelwijze van de politieambtenaren was niet in strijd met het vereiste van correcte bejegening.

Verder klaagde verzoekster erover dat de politieambtenaren enkele onheuse opmerkingen hadden gemaakt. De Nationale ombudsman overwoog met betrekking tot twee opmerkingen dat de precieze gang van zaken niet meer viel vast te stellen en dat hij zich daarom onthield van het geven van een oordeel. Met betrekking tot de derde opmerking overwoog de Nationale ombudsman dat er geen reden was het maken van die opmerking af te keuren.

Verder werd de klacht over het niet geven van een oordeel door de korpsbeheerder gegrond verklaard. De klacht over de duur van de klachtbehandeling was deels gegrond en deels niet gegrond.

Instantie: Regiopolitie Zeeland

Klacht:

Wijze van bejegening verzoekster: zich niet voorgesteld aan verzoekster, opgemerkt niet met hé aangesproken te willen worden, opschorting klachtbehandeling.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Zeeland

Klacht:

Zich onthouden van oordeel in klachtbehandeling; lange duur klachtafhandeling.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Zeeland

Klacht:

Gezegd dat verzoekster haar paarden en varkens in de wei maar met hé moest aanspreken; gevraagd waar verzoekster zich mee bemoeide.

Oordeel:

Geen oordeel