2006/085

Rapport

Verzoeker klaagde erover dat een politieambtenaar hem na zijn aanhouding in verband met het niet aangelijnd hebben van zijn hond had heengezonden met zijn niet aangelijnde hond. De Nationale ombudsman oordeelde dat de ambtenaar daarmee niet heeft gehandeld in strijd met het vereiste van correcte bejegening, nu er onvoldoende mankracht aanwezig was om verzoeker naar huis te brengen en er geen sprake was van dusdanige omstandigheden verzoekers persoon betreffende op grond waarvan verzoeker in staat kon worden geacht zelfstandig naar huis terug te keren en er zelf voor te zorgen dat hij daarbij geen overtreding zou begaan. Het zou de van de politie te verwachten hulpvaardigheid te boven gaan om van de politie te verwachten dat zij verzoeker uit eigen beweging had geholpen een nieuwe overtreding te voorkomen. De verantwoordelijkheid voor het aanlijnen van de hond kan niet worden afgewenteld op de van de politie te verwachten hulpvaardigheid.

Verzoeker klaagde er voorts over dat die ambtenaar hem bij zijn heenzending onheus heeft bejegend door een opmerking te maken in de trant van: “Jij hebt niet erg meegewerkt en daarom heb ik geen zin om een mannetje vrij te maken om je terug te rijden.” De Nationale ombudsman was van mening dat de ambtenaar geen zakelijke bewoordingen heeft gebruikt bij een tegenwerkende verdachte, maar zijn persoonlijke mening over hem heeft geventileerd, waarmee hij heeft bijgedragen aan verdere escalatie van het conflict. Daarnaast vond de Nationale ombudsman het niet gepast dat een politieambtenaar in een functioneel contact een burger die hij niet kent, tutoyeert. De betrokken politieambtenaar heeft daarmee gehandeld in strijd met het vereiste van correcte bejegening.

Instantie: Regiopolitie Gelderland Midden

Klacht:

Verzoeker na zijn aanhouding heengezonden met zijn loslopende hond.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Gelderland Midden

Klacht:

Verzoeker onheus bejegend bij zijn heenzending.

Oordeel:

Gegrond