Verzoeker was als taxichauffeur in dienst bij een taxibedrijf en kreeg in verband met ziekte te maken met het UWV.
Verzoeker klaagde onder andere over de behandelingsduur van zijn aanvraag om een deskundigenoordeel, over het feit dat hij er niet over was geïnformeerd dat ook zijn werkgever een aanvraag om een deskundigenoordeel had ingediend, en over de wijze waarop hij door een verzekeringsarts van het UWV was bejegend.
De Nationale ombudsman stelde onder meer vast dat de streeftermijn van de behandeling van aanvragen om een deskundigenoordeel met zeven weken was overschreden. Omdat niet was gebleken van bijzondere omstandigheden die die termijnoverschrijding konden verklaren of rechtvaardigen, verklaarde hij de klacht op dat onderdeel gegrond wegens schending van het vereiste van voortvarendheid.
De door verzoekers werkgever ingediende aanvraag om een deskundigenoordeel (over reïntegratie-inspanningen) was door het UWV buiten behandeling gelaten omdat volgens de arbeidsdeskundige van het UWV sprake was van een arbeidsconflict en partijen uit waren op beëindiging van de arbeidsverhouding. De Nationale ombudsman overwoog dat uit de stukken inderdaad bleek dat partijen aanstuurden op beëindiging van de arbeidsverhouding. In verband daarmee noemde hij het begrijpelijk dat de arbeidsdeskundige de aanvraag van verzoekers werkgever buiten behandeling had gelaten. Voor het informeren van verzoeker over die aanvraag bestond daarmee geen reden meer. De klacht werd op dit onderdeel niet gegrond verklaard.
Over de klacht dat de verzekeringsarts verzoeker zou hebben afgesnauwd, gaf de Nationale ombudsman geen oordeel omdat de lezingen terzake lijnrecht tegenover elkaar stonden.
De Nationale ombudsman plaatste voorts nog kanttekeningen bij de interne klachtbehandeling door het UWV. Ten einde binnen de afdoeningstermijn te blijven had het UWV de klacht afgedaan op een moment dat de reacties van de aangeklaagde verzekeringsarts en arbeidsdeskundige nog niet waren ontvangen. De Nationale ombudsman sprak van een halfslachtige klachtbehandeling, en keurde deze gang van zaken sterk af.
