2006/025

Rapport

Twee politieambtenaren vroegen verzoeker naar zijn rij- en kentekenbewijs omdat hij zijn auto ten onrechte had geparkeerd op de taxistandplaats bij het station in Breda. Verzoeker weigerde zijn papieren te tonen en stapte in zijn auto. Hierop hebben de politieambtenaren verzoeker uit zijn auto getrokken en aangehouden wegens het niet kenbaar maken van zijn identiteit. Hij is vervolgens geboeid en lopend naar het politiebureau overgebracht. Verzoeker is bekeurd wegens wederspannigheid en wegens het verkeerd parkeren.

Verzoeker klaagde erover dat hij na zijn aanhouding is geboeid.

De Nationale ombudsman overwoog dat - hoewel verzoeker zich had verzet bij zijn aanhouding - er geen sprake (meer) was van vluchtgevaar toen verzoeker eenmaal buiten zijn auto was. Verder werd verzoeker aangehouden voor een relatief licht vergrijp en was het politiebureau gelegen op korte loopafstand van de plaats van aanhouding. Om die reden was geen sprake van een veiligheidsrisico op grond waarvan verzoeker had mogen worden geboeid.

Door verzoeker geboeid over te brengen naar het politiebureau, is een ongeoorloofde inbreuk gemaakt op verzoekers recht op lichamelijke integriteit. De onderzochte gedraging was op dit punt niet behoorlijk.

Verzoeker klaagde er tevens over dat de politie hem heeft aangehouden en hierbij aan zijn polsen en onderarmen heeft getrokken. De Nationale ombudsman oordeelde dat de politie verzoeker mocht aanhouden wegens het niet kenbaar maken van zijn identiteit, aangezien verzoeker desgevraagd niet zijn rijbewijs toonde. Door in zijn auto te gaan zitten en zijn sleutels in het contact te steken, wekte verzoeker de indruk zich te willen onttrekken aan de bekeuring die de politie hem wilde geven wegens het parkeren op een taxistandplaats. Om die reden mocht de politie - om te voorkomen dat verzoeker zou wegrijden - verzoeker aan zijn armen en polsen uit zijn auto trekken. Dat hierbij te hardhandig zou zijn opgetreden is niet gebleken. Zowel de aanhouding als het daarbij gebruikte geweld waren naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet in strijd met het evenredigheidsvereiste.

Instantie: Regiopolitie Midden en West Brabant

Klacht:

Optreden jegens verzoeker bij aanhouding: verzoeker aangehouden, tijdens aanhouding aan verzoekers polsen en onderarmen getrokken.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Midden en West Brabant

Klacht:

Verzoeker geboeid.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Korps landelijke politiediensten

Klacht:

Optreden jegens verzoeker bij aanhouding: verzoeker aangehouden, tijdens aanhouding aan verzoekers polsen en onderarmen getrokken.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Korps landelijke politiediensten

Klacht:

Verzoeker geboeid.

Oordeel:

Gegrond