2006/021

Rapport

Verzoeker stelt dat de moeder van zijn zoontje Y en haar huidige echtgenoot in de nacht van 15 mei 2004 betrokken waren bij een ernstige ruzie met buurtbewoners en dat hierbij een mishandeling heeft plaatsgevonden.

1. In verband hiermee klaagt verzoeker erover dat de politie geen melding heeft gedaan van dit incident bij het Advies- en Meldpunt Kindermis­handeling.

De Nationale ombudsman is van oordeel dat in dit geval geen sprake was van een vermoeden van huiselijk geweld op grond waarvan de politie gehouden was een melding te doen bij het AMK. Hierbij is van belang dat er geen aanwijzingen waren dat het zoontje werd mishandeld of dat hij getuige was van huiselijk geweld. Het is dan ook juist dat de politie, in plaats van bij het AMK een melding te doen, verzoeker op de mogelijkheid te wijzen om zelf een melding te doen bij het AMK. De politie heeft hiermee niet gehandeld in strijd met het vereiste van professionaliteit.

2. Ook klaagt verzoeker erover dat de politie hem na 15 mei 2004 geen informatie heeft verstrekt over de verblijfplaats van zijn zoontje.

De Nationale ombudsman is met de korpsbeheerder van oordeel dat het niet tot de taak van de politie behoorde om verzoeker in dit geval op de hoogte te stellen van de verblijfplaats van zijn zoontje. Gezien de terughoudende wijze waarop de politie zich bij civiele conflicten - zoals hier het geval - dient op te stellen, kan de Nationale ombudsman het billijken dat de politie het recht op privacy van Y en haar ouders zwaarder heeft laten wegen dan verzoekers belang op de hoogte te geraken van de verblijfplaats van zijn zoontje. De politie heeft hiermee niet gehandeld in strijd met het redelijkheidsvereiste.

Verder klaagde verzoeker erover dat de klachtenadviescommissie voor de politieregio Groningen naar aanleiding van zijn klacht over het voorgaande niet de betrokken politieambtenaren heeft gehoord alvorens advies uit te brengen aan de korpsbeheerder. Gebleken was dat de klachtenadviescommissie deze klachten onbehandeld heeft gelaten in haar advies aan de korpsbeheerder. De Nationale ombudsman is van oordeel dat de klachtenadvies­commissie hiermee heeft gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste.

Instantie: Klachtenadviescommissie van het regionale politiekorps Groningen

Klacht:

Betrokken politieambtenaren niet gehoord over twee van verzoekers klachtonderdelen alvorens advies uit te brengen aan korpsbeheerder.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Klachtenadviescommissie van het regionale politiekorps Groningen

Klacht:

Verzoeker over deze klachtonderdelen niet gehoord.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Groningen

Klacht:

In verband met mishandeling waarbij verzoekers zoontje betrokken was: ondanks verzoekers verzoek geen melding gedaan van het incident bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, verzoeker geen informatie verstrekt over de verblijfplaats van zijn zoontje.

Oordeel:

Niet gegrond