2006/008

Rapport

Verzoeker was bij een particulier vervoersbedrijf in dienst als chauffeur scholierenvervoer en in die functie belast met het vervoer van gehan­dicapte kinderen. Eén van de door hem vervoerde kinderen was A, een pupil van de William Schrikker Stichting (verder WSS). Verzoeker schreef A een brief. Voor de WSS was deze brief aanleiding voor het indienen van een klacht over verzoeker bij diens werkgever.

Verzoeker klaagde erover dat de WSS had nagelaten de klacht aan hem voor te leggen en hem naar de toedracht te vragen.

De Nationale ombudsman overwoog op dit punt, dat het gelet op de omstandigheid dat niet verzoeker maar het vervoersbedrijf was ingescha­keld voor het vervoer van A, en dat verzoeker noch met de William Schrikker Stichting noch met de door haar aangestelde voogd contact onderhield over A, het niet voor de hand lag dat de William Schrikker Stichting haar grieven voorlegde aan ver­zoeker. Met haar keuze de klacht voor te leggen aan verzoekers werkgever, ontnam de William Schrikker Stichting verzoeker ook niet de mogelijkheid verweer te voeren, zij het dan dat deze middels zijn werkgever zou verlopen. In zoverre was de onderzochte gedraging niet onredelijk. Het lag in de rede dat verzoekers werkgever (het vervoersbedrijf) daarin zou voorzien.

Verzoeker klaagde er verder over, dat de WSS hem schriftelijk had meegedeeld dat hij slecht in staat is om privé-aangelegenheden en zakelijke aangelegenheden van elkaar te scheiden.

Op dit punt was de Nationale ombudsman van oordeel, dat nu de WSS ervoor had gekozen haar klacht over verzoeker in te dienen bij diens werkgever, en dientengevolge om de klachtprocedure middels de werkgever te laten verlopen, van haar had mogen worden verwacht dat zij zich tegenover verzoeker zou onthouden van het ventileren van haar visie op verzoekers functioneren. In dit licht bezien is de zinsnede in de brief dan ook niet gepast en heeft de WSS gehandeld in strijd met het vereiste van correcte bejegening. De onderzochte gedraging was niet behoorlijk.

Overige klachtonderdelen:

- het versturen van verzoekers brief aan A aan diens werkgever.

Instantie: Willem Schrikker Stichting

Klacht:

Nagelaten een afschrift van de klachtbrief over verzoeker bij diens werkgever te sturen naar verzoeker zelf en hem om de toedracht van de klacht te vragen; een (persoonlijke) brief van verzoeker als bijlage hierbij gevoegd.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Willem Schrikker Stichting

Klacht:

Meegedeeld een brief van verzoeker te beschouwen als een teken dat hij slecht in staat is om privé-aangelegenheden en zakelijke aangelegenheden van elkaar te scheiden.

Oordeel:

Gegrond