De politie had verzoekers auto onder een derde in beslag genomen. Verzoeker kreeg hiervan diezelfde dag bericht. Toen verzoeker enkele weken later contact opnam hoe hij zijn auto kon terugkrijgen, kreeg hij te horen dat zijn auto was vernietigd.
Verzoeker klaagde erover dat het arrondissementsparket zijn auto niet spoedig aan hem had terugbezorgd of hem had geïnformeerd hoe hij zijn auto kon terugkrijgen. Ook klaagde hij erover dat de vernietiging van de auto niet was voorkomen,
De Nationale ombudsman overwoog dat, nu de politie diezelfde dag op de hoogte was van de aanwezigheid van een derde rechthebbende op het inbeslaggenomen voorwerp, ook het Openbaar Ministerie hiervan op de hoogte had moeten geraken. Deze informatie, die was vastgelegd in een proces-verbaal, alsmede verzoekers naam op het kentekenbewijs, had ernstige twijfel moeten doen rijzen aan de mogelijkheid tot verbeurdverklaring van de auto en daarmee de grondslag van de inbeslagneming. Gelet op een wetswijziging waarbij de positie van de rechthebbende die niet verdachte is, is versterkt, dient het OM ervoor te zorgen dat spoedig wordt onderzocht of een strafvorderlijk belang bestaat bij het voortduren van het beslag en dient het om de toepassing van het dwangmiddel te toetsen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
De Nationale ombudsman was van oordeel dat het OM zich onvoldoende had verdiept in de legitimatie van het beslag en in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving had gehandeld. Ook had het OM het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking aan verzoeker had geschonden, door verzoeker niet te informeren over het beslag en pas na een schrijven van verzoeker te wijzen op de mogelijkheid van beklag. Ten aanzien van het niet voorkomen van de vernietiging, oordeelde de Nationale ombudsman dat het OM als verantwoordelijk orgaan voor teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen moet voorzien in een administratieve procedure die waarborgt dat de politie noodzakelijke informatie tijdig verstrekt aan het OM zodat het OM tijdig kan beslissen over de voortduring van het beslag. Op grond hiervan deed de Nationale ombudsman een aanbeveling.
De minister van Justitie wordt in overweging gegeven te bevorderen dat het College van procureurs-generaal een administratieve procedure over informatieverstrekking tussen politie en het OM in het leven roept, waardoor de parketten tijdig een beslissing kunnen nemen ten aanzien van de voortduring van het beslag, meer in het bijzonder in het geval er een derde rechthebbende lijkt te zijn.
Overige klachten: Hoogte schadevergoeding