Verzoeker had bij de indiening van een asielaanvraag een aantal documenten afgegeven bij de vreemdelingenpolitie (vp) in het Aanmeldcentrum. Enige jaren later vroeg hij in het kader van een andere procedure de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie om die documenten terug te geven: hij wilde een paspoort aanvragen, zodat hij zijn identiteit nader kon bewijzen. Omdat hij geen reactie kreeg, diende hij een klacht in. De minister liet weten dat zij navraag had gedaan bij onder meer de vp Haaglanden, waar verzoekers dossier naartoe zou zijn gestuurd nadat de asielaanvraag was afgewezen, maar waar het niet bleek te zijn. Ze zou later nog eens navraag doen, en adviseerde verzoeker om contact op te nemen met vp Haaglanden.
Verzoeker klaagde erover dat de minister met deze mededelingen heeft volstaan.
De No overwoog het volgende. De minister erkende dat de toezegging om verder navraag te doen, niet was nagekomen, maar persisteerde voor het overige in haar destijds ingenomen standpunt dat de vp verantwoordelijk was. De minister kon hierin niet worden gevolgd: de vp had op dit punt weliswaar een eigen verantwoordelijkheid, maar dit ontsloeg de minister niet van haar eigen verantwoordelijkheid. Immers, zij is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het vreemdelingenbeleid, zoals zij in een reactie op een soortgelijke klacht ook volmondig had beaamd. De minister had verzoeker gelet op haar eindverantwoordelijkheid dan ook niet met een kluitje in het riet moeten sturen door hem door te verwijzen naar de vp Haaglanden, waar hij op dat moment duidelijk evenmin een oplossing kon verwachten. Zij had de klacht met het geven van dat advies dan ook niet als afgedaan dienen te beschouwen, maar het onderzoek moeten voortzetten. Dat de minister nadat verzoeker zich tot de No had gewend alsnog navraag had gedaan en dat als gevolg daarvan de documenten alsnog boven water waren gekomen onderstreepte de constatering dat in eerste instantie het onderzoek niet grondig genoeg was geweest. Dit is in strijd is met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving.