2005/340

Rapport

Op 5 mei 2003 hield de minister-president een toespraak op een podium ter ere van de Nationale start van bevrijdingsdag. Verzoeker stond naast dit podium met een spandoek te demonstreren, toen een ambtenaar van het regionale politiekorps Kennemerland tegen verzoeker zei dat hij zich moest verwijderen. Toen verzoeker dit weigerde, is hij door twee politieambtenaren verwijderd en is zijn spandoek in beslag genomen en vernietigd.

Verzoeker klaagde er onder meer over dat de politie hem heeft verwijderd van de locatie waar hij stond te demonstreren.

In verband met de handhaving van de openbare orde was het die dag slechts op aangewezen plaatsen toegestaan om te demonstreren. De Nationale ombudsman achtte het aannemelijk dat verzoeker er destijds vooraf niet van op de hoogte was dat er een aangewezen plaats was waar hij wél mocht staan met zijn spandoek en dat hij hierover ook niet alsnog door de politie is geïnformeerd.

Door verzoeker een verwijderingsbevel te geven zonder hem te verwijzen naar de plaats waar hij wel met zijn spandoek had mogen staan heeft de politie een niet gerechtvaardigde inbreuk gemaakt op verzoekers recht op vrijheid van meningsuiting. De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging niet behoorlijk was.

Overige klachtonderdelen

- afwijzing van verzoek om vergoeding van zijn arbeidsloon voor het vervaardigen van het spandoek

Instantie: Regiopolitie Kennemerland

Klacht:

Verzoeker verwijderd van de locatie waar hij stond te demonstreren;.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Regiopolitie Kennemerland

Klacht:

Afwijzing verzoek om vergoeding van arbeidsloon voor het maken van het spandoek dat hem was afgenomen.

Oordeel:

Niet gegrond