2005/301

Rapport

Verzoeker werd vervolgd wegens zware mishandeling, nadat hij slaags was geraakt met enkele jongeren die voor zijn woning vuurwerk aan het afsteken waren. Verzoeker had een van deze jongeren onder zijn bil geschopt, daarna was hij met pepperspray bespoten en door de hele groep aangevallen. Zowel verzoeker als de jongeren deden aangifte van mishandeling. De zaak tegen verzoeker werd later geseponeerd op grond van het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.

Verzoeker klaagde erover dat de officier van justitie de sepotbeslissing had gemotiveerd met sepotcode 02 (onvoldoende wettig en overtuigend bewijs) in plaats van de sepotcode 01 (ten onrechte als verdachte aangemerkt).

De Nationale ombudsman overwoog dat het onderscheid tussen sepotcode 01 en 02 de vraag betreft of een verdachte terecht als zodanig is aangemerkt. De Nationale ombudsman stelde vast dat verzoeker de verklaringen van de twee jongeren over zware mishandeling door hemzelf weersprak, waarbij hij aanvoerde dat hij door de werking van pepperspray was uitgeschakeld en dus geen zware mishandeling had kunnen plegen. De Nationale ombudsman overwoog dat het voor een slachtoffer van wangedrag moeilijk te aanvaarden is dat hijzelf ook als verdachte wordt aangemerkt, maar uit het enkele weerspreken volgde nog niet dat het Openbaar Ministerie (OM) hem ten onrechte als verdachte had aangemerkt. Ook bleek uit onafhankelijk onderzoek dat pepperspray niet altijd effectief hoeft te zijn. Het gevolg van de diverse tegenovergestelde verklaringen was dan ook dat het OM niet over voldoende wettig en overtuigend bewijs beschikte om voor een rechter tot een veroordeling te kunnen komen. Er was geen sprake van schending van het motiveringsvereiste.

Overige klachten

Schadevergoeding.

Instantie: Officier van justitie Breda

Klacht:

Sepotbeslissing in verzoekers strafzaak gemotiveerd met sepotcode 02 in plaats van sepotcode 01; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Oordeel:

Niet gegrond