2005/277

Rapport

De politie ging de woning van verzoeker binnen, nadat wateroverlast was geconstateerd in een woning die twee woningen onder die van verzoeker was gelegen. De politie beschadigde hierbij de balkondeur van verzoeker.

Verzoeker klaagde er over dat de politie heeft geweigerd de schade te vergoeden die hierbij was ontstaan.

De Nationale ombudsman overwoog dat de enkele melding van wateroverlast in een woning die twee woningen onder die van verzoeker was gelegen, niet voldoende was om aan te nemen dat er sprake was van een noodsituatie, waardoor de politie de woning van verzoeker mocht binnentreden zonder machtiging. Voorts overwoog de Nationale ombudsman dat de politie eerst had moeten onderzoeken of zij via een huissleutel van een buurman of op een andere manier de woning had kunnen binnengaan die direct boven de woning die wateroverlast ondervond was gelegen, alvorens zij de woning van verzoeker binnenging en hiertoe de balkondeur wilden forceren. De Nationale ombudsman was van oordeel dat het forceren van de balkondeur van verzoeker onrechtmatig was en dat de politie in strijd met het redelijkheidheidsvereiste had besloten om de kosten van de reparatie van de deurpost en de verf van de balkondeur niet te vergoeden. De Nationale ombudsman achtte de gedraging niet behoorlijk.

De Nationale ombudsman gaf de politie in overweging om de schadevergoeding te heroverwegen.

Instantie: Regiopolitie Haaglanden

Klacht:

Geweigerd schade te vergoeden, ontstaan bij binnentreden woning na melding wateroverlast .

Oordeel:

Gegrond