Verzoeker klaagde erover dat er door het waterschap onvoldoende onderhoud werd gepleegd aan de begroeiing en doorstroming van de "Bavelsche Leij".
De Nationale ombudsman overwoog dat de doelstelling van het project "Bavelsche Leij" om een ecologische natuurzone te ontwikkelen, ruigte en begroeiing met zich meebrengt. Mede gelet op de toezegging van het waterschap dat de begroeiing structureel niet hoger dan 1.50 meter zou komen is, in overleg met de omwonenden, een onderhoudsplan tot stand gekomen waarin wordt aangegeven op welke wijze het waterschap zijn eigendommen en de zich daarop bevindende beplanting zal onderhouden.
Ten aanzien van de watergangen was gemotiveerd aangegeven - en door verzoeker niet weerlegd - dat de waterafvoer geen moment belemmerd was geweest. Ten aanzien van de begroeiing deelde het waterschap mee dat allerlei struiken, overeenkomstig het onderhoudsplan, waren teruggesnoeid tot een stukje boven de bodem, waarmee uitvoering was gegeven aan de gedane toezegging. Naar aanleiding van de opmerking van het dagelijks bestuur dat niet uitgesloten kan worden dat de begroeiing tijdens het groeiseizoen hoger kan komen dan de afgesproken 1.50 meter, maar dat het onderhoudsplan er in voorziet dat een en ander tijdens het jaarlijks onderhoud wordt teruggesnoeid, overwoog de Nationale ombudsman dat door natuurlijke processen de afgesproken maximale hoogte niet altijd gegarandeerd kan worden, maar dat door goed onderhoud de uitgroei binnen redelijke marges kan blijven.
De Nationale ombudsman oordeelde dat waterschap had gehandeld in overeenstemming met het vereiste van rechtszekerheid
De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging behoorlijk.