Nadat verzoeksters dochter aangifte deed bij de politie terzake een geweldsdelict, waarbij zij de namen van de verdachten had genoemd, vond er een herstelrechtgesprek plaats tussen verzoekster, haar dochter, de verdachten en hun ouders en medewerkers van het Openbaar Ministerie.
Verzoekster klaagde er onder meer over dat de medewerkster van het Openbaar Ministerie haar voor het herstelrechtgesprek niet heeft geïnformeerd over het feit dat de schade een gespreksonderwerp zou zijn.
De Nationale ombudsman overwoog dat de correspondentie van het Openbaar Ministerie aan verzoekster ten aanzien van het herstelrechtgesprek niet volledig is geweest, aangezien daarin niet stond vermeld dat ook de schadevergoeding gespreksonderwerp kon zijn.
Nu verzoekster pas kort voor het herstelrechtgesprek op de hoogte was gesteld van het feit dat haar eventuele schadeclaim gespreksonderwerp kon zijn, achtte de Nationale ombudsman de informatieverstrekking voorafgaand aan het herstelrechtgesprek niet toereikend.
Het Openbaar Ministerie heeft hiermee in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking gehandeld.
Verzoekster klaagde er verder over dat de medewerkster van het Openbaar Ministerie tijdens het herstelrechtgepsrek het onderwerp schadevergoeding slechts terloops ter sprake heeft gebracht.
De Nationale ombudsman overwoog dat gelet op de summiere verslaglegging op dit punt, en het feit dat dit onderwerp niet was genoemd in de correspondentie van het Openbaar Ministerie, de Nationale ombudsman er vanuit ging dat er niet uitvoerig over dit punt was gesproken. Nu duidelijk was dan wel diende te zijn dat verzoekster de schade wilde verhalen, oordeelde de Nationale ombudsman dat er onvoldoende tijd en aandacht aan dit onderwerp was besteed en het Openbaar Ministerie onvoldoende oog heeft gehad voor de financiële belangen van verzoekster.
Het Openbaar Ministerie heeft hiermee gehandeld in strijd met het vereiste van fair play.
Overige klachtonderdelen:
De stelling van de medewerkster van het Openbaar Ministerie dat verzoekster zou hebben afgezien van schadevergoeding;
Het niet op de hoogte brengen van de parketsecretaris van het feit dat verzoekster haar verzoek om schadevergoeding wilde handhaven;
Onheuse bejegening;
Het in onvoldoende mate aantrekken van de belangen van verzoekster door de parketsecretaris.