2005/191

Rapport

Verzoeker werd na een bevel tot gevangenhouding in een politiecel in bewaring gezet. Hij wilde tegen het bevel van de rechtbank beroep instellen en had met zijn advocaat afgesproken dat zelf te doen. Hij werd echter op het politiebureau niet in de gelegenheid gesteld zelf beroep in te stellen.

Verzoeker klaagde erover dat de officier van justitie hem niet in de gelegenheid had gesteld of faciliteiten ter beschikking had gesteld om vanuit het politiebureau zelf beroep in te stellen.

De Nationale ombudsman overwoog dat een verdachte die in het kader van een voorlopige hechtenis in een huis van bewaring verblijft de mogelijkheid heeft om zelf in beroep te gaan tegen een beslissing tot voorlopige hechtenis. De directeur van het huis van bewaring draagt dan zorg voor registratie en verzending van het beroepschrift.

In een politiecel heeft een ingeslotene niet dezelfde faciliteiten tot zijn beschikking. De Nationale ombudsman overwoog dat, nu het Openbaar Ministerie beslist over plaatsing in ofwel een politiecel ofwel een huis van bewaring, van het Openbaar Ministerie ook verwacht kan worden dat aan een verdachte in een politiecel faciliteiten ter beschikking worden gesteld wanneer deze gebruik wil maken van zijn rechtsmogelijkheden. Door de politie te instrueren tot het verzenden van een fax, zou niet een overmatig beslag worden gelegd op de logistieke capaciteit van de politie.

De Nationale ombudsman is van oordeel dat het Openbaar Ministerie in strijd met het gelijkheidsbeginsel had gehandeld door geen faciliteiten te verstrekken. De onderzochte gedraging was niet behoorlijk.

Overige klachtonderdelen:

- Klachtbehandeling

Instantie: Officier van justitie Arnhem

Klacht:

Verzoeker tijdens voorlopige hechtenis niet in gelegenheid gesteld of faciliteiten ter beschikking gesteld om zelf beroep aan te tekenen tegen de beschikking betreffende de hechtenis; klacht hierover ongegrond verklaard.

Oordeel:

Gegrond