2005/190

Rapport

Op 23 juli 2002 verrichtten ambtenaren van het regionale politiekorps Utrecht in het kader van een opsporingsonderzoek naar de meerderjarige, inwonende, zoon van verzoekers in de woning van verzoekers een doorzoeking ter inbeslagneming. Deze doorzoeking vond plaats onder leiding van een rechter-commissaris en in het bijzijn van de officier van justitie. Bij de doorzoeking zijn een afgesloten binnendeur en een muurkluis geforceerd. De strafzaak tegen verzoekers werd geseponeerd.

Verzoekers klaagden erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in hun woning in een brief van 2 april 2004 heeft afgewezen. Daarbij werd verwezen naar een circulaire van de minister van Justitie van 1 april 1996 waarin staat dat bij een rechtmatig optreden in het kader van een opsporingsonderzoek de schade, toegebracht aan eigendommen of bezittingen van derden, ten laste komen van de eigenaar, bezitter of gebruiker. Omdat het politieoptreden werd gezien als een rechtmatig optreden als bedoeld in genoemde circulaire, kwamen verzoekers niet in aanmerking voor een vergoeding van de schade.

De Nationale ombudsman overwoog dat gezien jurisprudentie van de Hoge Raad en rapporten van de N.o. het in de circulaire vermelde standpunt niet zonder meer kan worden volgehouden. Daarnaast heeft de Hoge Raad in een uitspraak van 17 september 2004 (LJN AO 7887) inmiddels meer duidelijkheid geschapen over de aansprakelijkheid voor schade in situaties als de onderhavige.

In deze zaak kon de politie Utrecht bij haar motivering van de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding niet volstaan met verwijzing naar de circulaire, maar had zij ook moeten toetsen aan de door de Hoge Raad nadien ontwikkelde regel. De politie heeft derhalve gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste. In zoverre achtte de N.o. gedraging van de politie niet behoorlijk.

De Nationale ombudsman deed de korpsbeheerder de aanbeveling een nieuwe beslissing te nemen op het verzoek om schadevergoeding.

Instantie: Regiopolitie Utrecht

Klacht:

Verzoek om vergoeding van schade als gevolg van doorzoeking woning afgewezen.

Oordeel:

Gegrond