2005/163

Rapport

Verzoeker schreef RGV Holding B.V. op 4 augustus 2003 een e-mailbericht waarin hij aandacht vroeg voor het feit dat er op recreatiegebied de Berendonck naakt wordt gerecreëerd. Volgens verzoeker is deze plek niet geschikt voor naaktrecreatie en hij verzocht de RGV over te gaan tot het nemen van maatregelen.

Op 8 augustus 2003 ontving verzoeker bericht van de operationeel manager van RGV, die concludeerde dat wanneer verzoeker niet met de naaktrecreanten wil worden geconfronteerd, hij gebruik moet maken van een ander gedeelte van het recreatiegebied. Verzoeker diende een klacht in bij de gemeente Wijchen, maar ontving hierop nimmer een inhoudelijke reactie.

Verzoeker klaagde erover dat buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's), werkzaam bij RGV Holding B.V., niet optreden tegen naaktrecreanten op recreatieplas de Berendonck.

De Nationale ombudsman overwoog dat naaktrecreatie is toegestaan op een plaats die krachtens een besluit van de gemeenteraad is aangewezen als een plaats die geschikt is voor naaktrecreatie dan wel op een andere voor naaktrecreatie geschikte plaats.

Gelet op hetgeen verzoeker en de directeur van RGV hadden verklaard, was vast komen te staan dat de bedoelde plekken van de Berendonck te bereiken zijn via onverharde openbare fiets- en wandelpaden, waar vandaan de naaktrecreanten kunnen worden waargenomen. Nietsvermoedende voorbijgangers kunnen worden geconfronteerd met mensen die dichtbij de paden naakt recreëren.

Dat er onrust wordt veroorzaakt en aanstoor wordt gegeven bleek in dit geval temeer uit het feit dat RGV meerdere klachten heeft ontvangen over de naaktrecreatie in het gebied.

De Nationale ombudsman oordeelde dan ook dat de plekken waar de naaktrecreatie plaatsvindt, daarvoor niet geschikt zijn.

Nu de Nationale ombudsman van oordeel was dat de bedoelde plekken niet geschikt zijn voor naaktrecreatie, betekent dit dat de BOA's repressief tegen de naaktrecreanten kunnen optreden.

Gelet op de verklaring van de directeur van RGV ging de Nationale ombudsman er vanuit dat de BOA's in het geheel niet optreden tegen naaktrecreatie in zijn algemeenheid en dat er nog altijd sprake is van een gedoogsituatie op de Berendonck.

De BOA's hebben het vereiste van rechtszekerheid geschonden door niet op te treden tegen naaktrecreatie. De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging niet behoorlijk was.

De Nationale ombudsman deed een aanbeveling en gaf de minister van Justitie in overweging te bevorderen dat de BOA's van RGV Holding B.V. zullen optreden tegen naaktrecreatie op de Berendonck.

Instantie: RGV Holding B.V.

Klacht:

Niet opgetreden tegen naaktrecreatie op recreatieplas de Berendonck.

Oordeel:

Gegrond