2005/136

Rapport

Verzoekers leefden al jaren in onmin met zowel hun boven- als onderburen. Verzoekers en hun buren deden over en weer meldingen bij de politie van geluidsoverlast. Op een gegeven moment kwam een politieambtenaar bij de onderburen en bij verzoekers naar aanleiding van een aantal meldingen van geluidsoverlast.

Verzoekers klaagden erover dat de politieambtenaar zich ongepast en intimiderend had gedragen toen hij bij hen aan de deur kwam.

De Nationale ombudsman achtte het begrijpelijk dat de politieambtenaar, toen hij met verzoekers wilde praten had aangegeven dat hij het opmerkelijk vond dat zij hem niet te woord wilden staan aan de deur, maar later wel op het politiebureau over hun klachten wilden praten. Verzoekers hebben zowel bij het interne onderzoek door de politie als bij het onderzoek door de Nationale ombudsman geen afdoende reden gegeven waarom zij de politieambtenaar niet te woord stonden aan de deur. De Nationale ombudsman oordeelde dat de politieambtenaar niet heeft gehandeld in strijd met het vereiste van professionaliteit.

De gedraging was behoorlijk.

Voorts klaagden verzoekers erover dat de politieambtenaar bij hen bleef aanbellen en -kloppen.

De Nationale ombudsman overwoog dat de politieambtenaar via de onderburen wist dat verzoekers thuis waren; verzoekers reageerden van achter de dichte deur op hem en zij hadden verschillende meldingen gedaan. De Nationale ombudsman was van oordeel dat de politieambtenaar niet in strijd met het vereiste van professionaliteit had gehandeld.

De gedraging was behoorlijk.

Instantie: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland

Klacht:

Naar aanleiding van melding verzoekers over geluidsoverlast onderburen: onheus bejegend toen verzoekers aangaven de agent niet te woord te willen staan, toen verzoekers de deur niet opendeden blijven aankloppen en bellen.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland

Klacht:

"rambotaal" gebruikt en gesproken over een "politieknokploeg".

Oordeel:

Geen oordeel