2005/131

Rapport

Op het intranet van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werd een stuk over verzoeker en een aantal collega's, werkzaam bij het Agentschap SZW geplaatst, waarin werd aangegeven dat deze medewerkers zouden worden voorgedragen voor ontslag en waarin de betreffende medewerkers op een negatieve manier werden omschreven. In het kader van de interne behandeling van zijn klacht, zegde de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzoeker toe, dat het onbedoelde effect van die boodschap zou worden rechtgezet.

Verzoeker klaagde erover dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de toezegging niet was nagekomen dat een negatief stuk over hem, dat was gepubliceerd op het intranet van het ministerie, zou worden gerectificeerd.

De Nationale ombudsman overwoog dat de minister verzoeker in het kader van de interne klachtbehandeling had laten weten dat uit de stukken bleek dat de als kwalificerend op te vatten zin uit het bericht op intranet beter achterwege had kunnen blijven. De minister had de directeur van het Agentschap verzocht het onbedoelde effect van de boodschap recht te zetten. Vervolgens had de minister meegedeeld dat het onbedoelde effect van de intranet boodschap door de betrokken directeur was rechtgezet door in een bijeenkomst, waarvoor alle medewerkers van het Agentschap SZW waarover in het bericht werd gesproken waren uitgenodigd, aan te geven dat de als kwalificerend op te vatten volzin uit het desbetreffende bericht beter achterwege had kunnen blijven, en verontschuldigingen aan te bieden. De Nationale ombudsman oordeelde dat de minister daarmee onvoldoende uitvoering had gegeven aan zijn toezegging dat hij het onbedoelde effect van de boodschap recht zou laten zetten. Wat betreft hun reputatie en wat betreft een onjuiste beeldvorming in het kader van sollicitaties kon deze mededeling immers geen effect hebben, omdat deze niet buiten de kring van de desbetreffende medewerkers werd gebracht. Zelfs het doel om het gevoel weg te nemen een trap na te krijgen, kon ten aanzien van verzoeker niet zijn bereikt, omdat hij bij de desbetreffende bijeenkomst niet aanwezig was en in de verslaglegging van de bijeenkomst hierover niets stond vermeld. Gelet op het feit dat de minister bij een rechtzetting niet alleen het belang van verzoeker in acht dient te nemen, maar ook de belangen van medewerkers die in onge­veer dezelfde positie als verzoeker verkeren, achtte de Nationale ombudsman het te billijken dat de minister niet is overgegaan tot het plaatsen van een rectificatie op hetzelfde medium (het intranet) als waarop de gewraakte boodschap was geplaatst. Daarbij was van belang dat de desbetreffende mededeling al geruime tijd terug was verwijderd van het intranet, en dat door een nieuwe publicatie opnieuw de aandacht zou worden gevestigd op de kwestie. Ook had een aantal betrokkenen volgens de minister om die reden aangegeven geen prijs te stellen op een rectificatie via intranet.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had het vereiste van rechtszekerheid geschonden door zijn toezegging niet na te komen.

De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging niet behoorlijk was.

Instantie: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Klacht:

Toezegging tot rectificatie van intranetpublicatie niet nagekomen, maar één en ander tijdens een bijeenkomst voor de betreffende medewerkers "rechtgezet" waardoor de rectificatie niet buiten de kring van eigen medewerkers is gebracht .

Oordeel:

Gegrond