2005/130

Rapport

Mede namens verzoekster was een brief gezonden aan het arrondissementsparket met de vraag wat met een bepaalde aangifte was gedaan.

In deze zaak klaagde verzoekster er in de eerste plaats over dat de officier van justitie niet inhoudelijk heeft gereageerd op de brief die zij aan het arrondissementsparket had gezonden.

Uit het onderzoek van de Nationale ombudsman kwam naar voren dat op verzoeksters brief geen adequaat antwoord was gegeven, waarmee was gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking, de onderzochte gedraging was niet behoorlijk.

Ook verzoeksters tweede klacht, dat de hoofdofficier van justitie haar klacht over het uitblijven van een reactie op haar eerder genoemde brief niet conform de Algemene wet bestuursrecht had behandeld, achtte de Nationale ombudsman gegrond. In dit geval was niet gebleken van een klachtadvies­procedure of van een verdaging, maar toch was haar klacht niet binnen zes weken of eerder afgehandeld. Op dit punt was gehandeld in strijd met het vereiste van voortvarendheid.

Instantie: Officier van justitie Haarlem

Klacht:

Niet inhoudelijk gereageerd op brief met vraag over wat er met de aangifte tegen X was gedaan;.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Officier van justitie Alkmaar

Klacht:

Brief met vraag over aangifte tegen X niet adequaat beantwoord;.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Hoofdofficier van justitie Haarlem

Klacht:

Verzoeksters klacht over het niet beantwoorden van haar brief niet afgehandeld conform de Algemene Wet Bestuursrecht .

Oordeel:

Gegrond