Verzoekster was betrokken bij een verkeersongeval te Oldenzaal. Op een rotonde vond een aanrijding plaats tussen verzoekster en een vrachtwagen. Na de aanrijding werden de auto's aan de kant van de weg geplaatst. Twee politiefunctionarissen kwamen na de aanrijding ter plaatse. Zij maakten een zogenaamde registratieset op.
Verzoekster klaagde erover dat de politie in de registratieset de toedracht van het ongeval onjuist had weergegeven. Verzoekster was van mening dat was verzuimd om haar verklaring over de toedracht van het ongeval weer te geven. Voorts achtte verzoekster het onjuist dat de politie haar verzoek om aanpassing van de tekst van de registratieset had afgewezen.
De Nationale ombudsman achtte beide klachten van verzoekster gegrond en de onderzochte gedraging niet behoorlijk vanwege strijd met het verbod van vooringenomenheid. Nu beide voertuigen na het ongeval waren verplaatst, en zowel verzoekster als de vrachtwagenchauffeur hadden verklaard dat zij hun eigen rijbaan volgden, en dat de tegenpartij van rijbaan wisselde bij het oprijden van het verkeersplein, hadden de politiefunctionarissen zowel de lezing van de vrachtwagenchauffeur als die van verzoekster in de registratieset moeten vermelden. Ook had in ieder geval de naam van de getuige in de registratieset moeten worden vermeld. De korpsbeheerder werd in overweging gegeven het registratieformulier aan te passen.