In beslissing op de klacht van een wijkvereniging over een speelveldje schreef het college van burgemeester en wethouders onder andere dat er al enige jaren beperkt onderhoud werd uitgevoerd, omdat er plannen waren voor bebouwing en de ondergrond van het speelveld zo slecht was dat grasmaaiers niet meer konden rijden.
Verzoekster klaagde onder meer over deze beslissing op de klacht. Volgens verzoekster werd daarin ten onrechte gesteld dat het onderhoud van het speelveld was stopgezet wegens de slechte staat en het onvoldoende gebruik daarvan. Verder klaagde verzoekster over het feit dat op een klachtonderdeel niet was gereageerd.
De Nationale ombudsman overwoog ten aanzien van de beslissing op de klacht dat de beslissing op de klacht niet zodanig was ingericht dat verzoekster de grondslagen van die beslissing kon achterhalen. Het college had hiermee gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste.
De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging niet behoorlijk. Ten aanzien van het niet ingaan op een klachtonderdeel (de plaatsing van tijdelijke woonunits ) overwoog de Nationale ombudsman dat de wijkvereniging bij de gemeenteraad een klacht had ingediend. De Nationale ombudsman oordeelde dat het college had gehandeld in strijd met het motiveringsvereiste door in zijn afdoeningbrief niet op dit klachtonderdeel in te gaan. De reactie aan de gemachtigde persoonlijk kon naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet worden aangemerkt als een bijzondere reden om dit niet te doen. Hij achtte de onderzochte gedraging niet behoorlijk.
Naar aanleiding van de opmerking van het college dat het klaagschrift mede als "melding leefomgeving" was aangemerkt merkte de Nationale ombudsman op dat een ieder, op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, het recht heeft bij een bestuursorgaan een klacht in te dienen over de wijze waarop dat orgaan zich heeft gedragen. Meldingen omtrent gebreken in de leefomgeving, zoals losliggende stoeptegels, kunnen echter niet worden aangemerkt als een klacht over de wijze waarop een bestuursorgaan zich heeft gedragen. Eerst indien niet, niet tijdig of niet adequaat op een melding wordt gereageerd is er sprake van een klacht.
Overige klachtonderdelen:
-afdoening klacht door het college;
-beslissing om ballenvanger te verwijderen;
-duur klachtbehandeling.