2005/069

Verzoeker diende een klacht in bij de gemeenteraad over de agendering en behandeling van bepaalde voorstellen tijdens een raadsvergadering. Verzoeker klaagde bij de nationale ombudsman over de wijze van klachtbehandeling. Hij klaagde er onder meer over dat een commissiesecretaris niet gemachtigd was de raad tijdens de hoorzitting te vertegenwoordigen en de raad zich had onthouden van een oordeel over het klachtonderdeel inzake het ter inzage leggen van stukken. De Nationale ombudsman overwoog dat in de interne klachtprocedure en ten overstaan van een klachtadviescommissie namens het bestuursorgaan op het standpunt van een klager kan worden gereageerd door een ambtelijk vertegenwoordiger, waarbij de klager erop mag vertrouwen dat de ambtelijke reactie geacht wordt te zijn gegeven namens het bestuursorgaan. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman was dan ook gehandeld in overeenstemming met het vereiste van hoor en wederhoor. Hij achtte de onderzochte gedraging behoorlijk. Ten aanzien van het onthouden van een oordeel overwoog de Nationale ombudsman dat bestuursorganen bij de voorbereiding van hun handelingen relevante informatie dienen te verwerven en dat een advies niet aan een beslissing ten grondslag kan worden gelegd, indien dit advies op onvoldoende wijze is voorbereid. Nu verzoeker voorbeelden had gegeven over een onjuiste wijze van het ter inzage leggen van stukken had de klachtadviescommissie nadere informatie dienen te verwerven. Door dit na te laten was gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving. De Nationale ombudsman oordeelde dat, nu het advies op onvoldoende wijze was voorbereid, de beslissing op de klacht in strijd was met het motiveringsvereiste. Hij vond de onderzochte gedraging niet behoorlijk . Overige klachtonderdelen:-        het ongegrond verklaren door de raad van verzoekers klacht inzake de status van de besluitvorming in een specifieke raadsvergadering.