Verzoeker ondervond overlast van de schoorsteen van zijn buren. Hij had dit al enige malen bij de gemeente aangegeven met het verzoek een einde te maken aan de overlast. De gemeente zegde toe een onderzoek in te stellen.
Verzoeker klaagde erover dat gemeente te weinig had ondernomen om een einde te maken aan de overlast die hij van de schoorsteen van de buren ondervond.
De Nationale ombudsman overwoog dat er sprake diende te zijn van daadwerkelijke en objectief aantoonbare hinder. De Nationale ombudsman achtte het niet onredelijk om van degene die de overlast ondervindt te verlangen dat hij de overlast aan de gemeente meldt zodra hij deze ondervindt om zo de gemeente in staat te stellen een grondig onderzoek te doen naar de aard en de omvang van de overlast. Verzoeker had de overlast niet tijdig aan de gemeente gemeld.
De gemeente had niet gehandeld in strijd met het evenredigheidsvereiste. De Nationale ombudsman oordeelde dat de onderzochte gedraging behoorlijk was.
