Verzoekers dienden bij de gemeente een klacht in over overlast die zij ondervonden van een hondenkennel bij hen in de buurt. Het college van burgemeester en wethouders verklaarde hen niet-ontvankelijk voor zover hun klacht een herhaald verzoek om handhaving betrof. Voor zover hun klacht betrekking had op gedragingen van langer dan een jaar geleden besloot het college die klacht buiten beschouwing te laten. Verzoekers klaagden daarover bij de Nationale ombudsman.
De Nationale ombudsman overwoog tegenover het belang van verzoekers bij behandeling van hun klacht, het belang stond van de gemeente om niet onnodig een klachtprocedure te voeren. Gelet op het feit dat verzoekers een bezwaarschrift hadden kunnen indienen tegen het besluit van de gemeente om niet handhavend op te treden en gelet op het feit dat verzoekers al veel eerder een klacht hadden kunnen indienen over andere gedragingen van de gemeente, oordeelde de Nationale ombudsman dat het college in redelijkheid had kunnen besluiten verzoekers niet-ontvankelijk te verklaren respectievelijk hun klacht buiten beschouwing te laten. In zoverre werd de onderzochte gedraging behoorlijk geacht.
Daarnaast klaagden verzoekers er bij de Nationale ombudsman over dat de gemeente had nagelaten hen uit te nodigen voor de hoorzitting naar aanleiding van hun klacht.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat de gemeente wel de intentie had gehad verzoekers voor de hoorzitting uit te nodigen, maar dat de uitnodiging hen klaarblijkelijk niet had bereikt. Direct na de ontvangst van het verslag van de hoorzitting hadden verzoekers de gemeente laten weten dat zij geen uitnodiging hadden ontvangen. Die mededeling werd door de gemeente voor kennisgeving aangenomen, en de procedure werd afgerond met een afdoeningsbrief.
De Nationale ombudsman overwoog dat nu er geen enkele reden bestond te twijfelen aan de bewering van verzoekers dat zij de (niet-aangetekend verzonden) uitnodiging niet hadden ontvangen en nu zij dat onmiddellijk na ontvangst van het verslag hadden gemeld, het in de rede had gelegen indien zij alsnog in de gelegenheid waren gesteld hun klacht mondeling toe te lichten. Eventueel had dit horen telefonisch kunnen gebeuren. Door verzoekers niet aan te bieden alsnog een mondelinge toelichting te geven op hun klacht en door in plaats daarvan de procedure zonder meer voort te zetten, had de gemeente gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking, aldus de Nationale ombudsman.
Op dit onderdeel verklaarde hij de onderzochte gedraging niet behoorlijk.
(2004.07721)