2005/040

Rapport

In het onderzoek, dat eindigde in rapport 20050040 naar aanleiding van verzoeksters klacht over ontoereikende informatieverstrekking van de Visadienst, was het volgende aan de orde. Verzoeksters klacht hield in dat een medewerker van de afdeling Communicatie van de IND informatie had verstrekt over de mvv-procedure in het kader van een mvv-aanvraag van haar partner. Op grond van die informatie had zij een arbeidscontract had aangenomen voor de duur van negen maanden. Dit bleek echter te kort te zijn, en de mvv-aanvraag werd afgewezen. De minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie achtte de klacht ongegrond. Volgens de minister kon niet meer worden nagegaan wat de inhoud was geweest van het gesprek met eerder genoemde medewerker, en had verzoekster vervolgens telefonisch contact gehad met een beslismedewerker van de Visadienst. Zowel deze minister als de minister van Buitenlandse Zaken hadden excuses aangeboden voor zover verzoekster door de verstrekte informatie van de communicatiemedewerker in verwarring was geraakt.

De Nationale ombudsman overwoog dat uit de telefoonnotities van de gesprekken met de beslismedewerker, dat verzoekster zelf had aangegeven dat de communicatiemedewerker geen garanties had gegeven. Verder had verzoekster de mededelingen aan de beslisambtenaar, degene die inhoudelijk bevoegd is om mededeling over het beleid te doen, kunnen voorleggen en kunnen bespreken of deze mededeling juist was of niet. Niet was gebleken dat de beslismedewerker onvoldoende informatie had verstrekt of dat vragen van verzoekster ten onrechte niet zouden zijn beantwoord. Daarom oordeelde de Nationale ombudsman dat de klacht "niet gegrond" was

Instantie: Visadienst

Klacht:

Op drie verschillende data ontoereikende informatie verstrekt m.b.t. aanvraag verlening van machtiging voorlopig verblijf aan verzoeksters partner.

Oordeel:

Niet gegrond