2005/019

Rapport

Verzoeker, rundveehouder, maakte gebruik van de mogelijkheid van automatische bevoorrading van oormerken. Bureau I & R had verzoeker toen zijn voorrad oormerken onder het afgesproken aantal kwam, niet tijdig nieuwe oormerken geleverd. Naar aanleiding van zijn verzoek om schadevergoeding had Bureau I & R laten weten dat hij zich hiervoor diende te wenden tot de leverancier van de oormerken.

Verzoeker klaagde over de trage levering van de oormerken, over de reactie op zijn verzoek om schadevergoeding, en over de trage reactie op een faxbericht.

Ten aanzien van de levering van oormerken overwoog de Nationale ombudsman dat het Bureau I & R hiervoor verantwoordelijk was omdat ingevolge de Europese regelgeving de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van de Europese regelgeving betreffende het oormerken bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ligt. Dat de leverancier zijn leveringstermijn had overschreden, deed daar niet aan af. Ook de levering van het noodrantsoen was te traag geweest. Hij oordeelde de klacht op dit onderdeel gegrond wegens schending van het vereiste van voortvarendheid.

Ten aanzien van de afwikkeling van de schade overwoog de Nationale ombudsman dat nu de minister verantwoordelijk was voor de trage levering van de oormerken, verzoeker niet had mogen worden verwezen naar de leverancier. Hij oordeelde de klacht op dit onderdeel gegrond wegens schending van het vereiste van een correcte bejegening.

Ten aanzien van de reactie op een faxbericht overwoog hij dat een eerste inhoudelijke reactie na drie maanden zonder tussenbericht en een definitieve reactie na een jaar, te lang is. Hij oordeelde de klacht op dit onderdeel gegrond wegens schending van het vereiste van voortvarendheid.

Instantie: Identificatie en Registratie Bureau van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Klacht:

Te traag geweest met leveren van oormerken; voor afwikkeling schade doorverwezen naar leverancier van oormerken; trage beantwoording fax.

Oordeel:

Gegrond