Verzoeker klaagt er over dat de gemeente Venlo niet bereid is om het schoonmaken van het centrum van Tegelen op een ander tijdstip te laten plaatsvinden. Verzoeker is woonachtig in het centrum en ondervindt hinder als gevolg van het feit dat de gemeente Venlo het centrum van Tegelen op zondagochtends om 06.00 uur laat schoonmaken.
Beoordeling
1. Verzoeker is woonachtig in het centrum van Tegelen. De gemeente Venlo, waartoe Tegelen behoort, laat het centrum van Tegelen op zondag 's ochtends om 06.00 uur schoonmaken. Verzoeker, ondervindt hiervan hinder. Hij klaagt er over dat de gemeente Venlo niet bereid is om het schoonmaken van het centrum van Tegelen op een ander tijdstip te laten plaatsvinden.
2. In zijn klachtbrieven aan de gemeente Venlo merkte verzoeker op dat er door het machinaal reinigen van het centrum van Tegelen zoveel trillingen en geluidsoverlast is veroorzaakt dat hij daardoor uit zijn slaap wordt gehouden. Juist op een zondag is dat voor hem onverteerbaar. Verzoeker verzocht de gemeente dan ook om het reinigen van het centrum in Tegelen niet op zondag en niet voor 08.00 uur te laten plaatsvinden.
Daarbij komt dat het centrum van Tegelen door marktkooplieden op zaterdagmiddag al wordt schoongemaakt en er op zondagochtend dan ook nauwelijks sprake is van vervuiling, aldus verzoeker. In de ogen van verzoeker is het schoonmaken op zondagochtend dan ook dubbelop.
3. Uit de reactie van de gemeente op verzoekers klacht blijkt dat de weekendreiniging plaatsvindt op zondagochtend 06.00 uur vanwege een doelmatige inzet van het personeel, het geringe aanbod van verkeer en het wegwerken van het afval dat wordt geproduceerd door het uitgaansleven op de zaterdagavond.
Voorts gaf de gemeente aan dat er een afweging van alle betrokken belangen heeft plaatsgevonden. Ook gaf de gemeente Venlo aan dat de weekendreiniging wordt uitgevoerd in het algemeen belang en dat het algemeen belang gaat boven het persoonlijk belang van verzoeker.
4. Verzoeker merkte in een nadere reactie op dat er door de gemeente geen enkel steekhoudend argument wordt aangevoerd waarom het schoonmaken niet kan worden verplaatst naar de maandagochtend of van 06.00 uur naar 08.00 uur op zondag. Volgens verzoeker is er maar één reden waarom de gemeente het schoonmaken niet wil verplaatsen van 06.00 uur naar 08.00 uur zondag `s ochtends en dat is omdat de gemeente anders geen mensen kan vinden om het centrum schoon te maken.
5. Uit het verslag van de hoorzitting van 10 februari 2003 die werd gehouden naar aanleiding van de door verzoeker bij de gemeente ingediende klacht (zie Bevindingen, onder C. 2.) blijkt dat het vegen van het centrum van Tegelen voor de gemeentelijke herindeling gebeurde op maandagmorgen van 06.00 uur tot circa 12.00 uur. Na de herindeling is besloten om alle drie de centra in de nieuwe gemeente, te weten in Venlo, Blerick en Tegelen, op zondagmorgen te vegen. Deze werkzaamheden beginnen om 06.00 uur en duren tot 10.30 uur. Dit tijdstip is gekozen omdat dit voor het personeel aantrekkelijke werktijden zijn, het op dat tijdstip erg rustig is en uit efficiencyoverwegingen. Daarbij komt dat er door de gemeente een hoge prioriteit wordt toegekend aan het schoonhouden van de stad. Voorts heeft een afweging van alle betrokken belangen plaatsgevonden, aldus de gemeente.
Wat betreft verzoekers opmerking dat het schoonmaken van het centrum in Tegelen op zondagochtend niet nodig is omdat het centrum op zaterdagmiddag nog geveegd wordt, merkt de gemeente op dat de toezichthouders op grond van hun waarnemingen van mening zijn dat het vegen op zondag wel noodzakelijk is. Voorts merkt de gemeente op dat ook de wijkraad het belangrijk vindt dat het centrum op zondagochtend geveegd wordt. Verder heeft de gemeente nog één andere klacht ontvangen over het vegen op zondagochtend.
6. De burgerlijke rechter is bij uitsluiting bevoegd om bindend te beslissen over de gehoudenheid van een bestuursorgaan om hinder als bedoeld in artikel 37, Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek (zie Achtergrond) weg te nemen.
In beginsel zou, naar het oordeel van de Nationale ombudsman, een bestuursorgaan geen verwijt kunnen worden gemaakt indien het zou wensen te betwisten dat het op grond van artikel 37, Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek gehouden is hinder weg te nemen en indien het bestuursorgaan het er toe zou wensen te leiden, dat de vraag of het daartoe gehouden is eventueel aan het oordeel van de burgerlijke rechter wordt onderworpen.
Dit zou anders zijn indien de gronden en de overwegingen, waarop een dergelijke betwisting berust, zo duidelijk onjuist zouden zijn, en de juistheid van het verzoek tot wegnemen van de hinder al op voorhand zo evident zou zijn dat het bestuursorgaan in redelijkheid niet had kunnen komen tot de beslissing om de hinder niet weg te nemen. In dat geval zou een dergelijke beslissing door de Nationale ombudsman moeten worden aangemerkt als een niet behoorlijke gedraging.
7. De gemeente Venlo heeft uit efficiency- en doelmatigheidsoverwegingen besloten om het centrum van Tegelen tezamen met het centrum van Venlo en Blerick op zondagochtend tussen 06.00 en 10.30 uur te laten schoonmaken. Wat betreft dit tijdstip heeft de gemeente aangegeven dat dit tijdstip voor het schoonmaakpersoneel een aantrekkelijke tijd is en dat er op dat moment sprake is van weinig verkeershinder. Ook heeft de gemeente aangegeven dat het schoonmaken van het centrum in Tegelen op zondagochtend noodzakelijk is en dat ook de wijkraad deze mening is toegedaan.
Gezien het vorenstaande moet worden geoordeeld dat de beslissing om niet in te gaan op het verzoek van verzoeker om het centrum van Tegelen op een ander tijdstip te laten
schoonmaken, niet op een zo duidelijk onjuiste grond berust dat in redelijkheid daartoe niet had kunnen worden besloten.
De onderzochte gedraging is behoorlijk.
Conclusie
De klacht over de onderzochte gedraging van de gemeente Venlo, die wordt aangemerkt als een gedraging van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo, is niet gegrond.
Onderzoek
Op 8 april 2003 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer E. te Tegelen, met een klacht over een gedraging van de gemeente Venlo.
Verzoeker had zich reeds eerder bij brief, door de Nationale ombudsman ontvangen op 19 november 2002, tot de Nationale ombudsman gewend. Aangezien niet aan het kenbaarheidsvereiste, als neergelegd in artikel 12, tweede lid, Wet Nationale ombudsman, was voldaan werd de klacht op dat moment niet door de Nationale ombudsman in behandeling genomen. Nadat verzoeker zich bij brief van 7 april 2003 opnieuw tot de Nationale ombudsman had gewend, werd naar deze gedraging, die wordt aangemerkt als een gedraging van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo, een onderzoek ingesteld.
In het kader van het onderzoek werd het college van burgemeester en wethouders verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben.
Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen.
De reactie van verzoeker gaf geen aanleiding het verslag aan te vullen.
Het college van burgemeester en wethouders gaf binnen de gestelde termijn geen reactie.
Bevindingen
De bevindingen van het onderzoek luiden als volgt:
A. feiten
1. Verzoeker is woonachtig in het centrum van Tegelen. De gemeente Venlo, waartoe Tegelen behoort, laat het centrum van Tegelen op zondagochtends om 06.00 uur schoonmaken. Verzoeker is het hier niet mee eens. Bij brief van 8 juli 2001 liet hij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo het volgende weten:
“…In het verleden, toen Tegelen nog zelfstandig was, heb ik herhaalde malen gebeld met de Gemeente Tegelen met de vraag om in het centrum van Tegelen niet meer voor dag en dauw met een veegwagen rond te rijden. Dit gebeurde met regelmaat op maandagmorgen tussen 6 en 7 uur. Je werd gewoon uit je bed getrild. Zelf rijd ik iedere dag naar Venlo en zie de veegwagens van de Gemeente Venlo pas rond 8 uur 's morgens uitrijden. Groot was mijn vreugde toen bekend werd dat Tegelen bij Venlo zou komen.
Vanaf 1 januari van dit jaar werd er niet meer geveegd voor 8 uur 's morgens. Des te groter was mijn teleurstelling toen ik, vandaag, zondagmorgen 8 juli om 6.10 uur wakker werd gemaakt door het geluid van een veegwagen en dit aanhield tot 6.51 uur. Ik weet niet of dit een vergissing is of nog een laatste stuiptrekking van ex-Tegelse ambtenaren. Graag verneem ik van u waarom vegen op zo'n vroeg tijdstip op zondagmorgen nodig is en of ik hier in de toekomst verschoond van kan blijven…”
2. Het hoofd afdeling Beheer Openbare Ruimte antwoordde verzoeker schriftelijk op 7 augustus 2001:
“…Binnen de Gemeente Venlo wordt al sinds jaar en dag op de zondagmorgen vanaf 06.00 uur het centrum en de directe omgeving machinaal gereinigd. Zoals u in uw brief al aangeeft werd in het verleden in Tegelen op de maandagmorgen om 06.00 uur het centrum gereinigd. Vanaf 1 januari jl. is het reinigen van het centrum van de gemeente Tegelen toegevoegd aan de weekendreiniging van Venlo. Hiervoor is gekozen vanwege het geringe verkeersaanbod op de zondagmorgen waardoor het reinigen maximaal effectief is.
Wij zien vooralsnog geen reden om deze werkwijze in de toekomst te wijzigen…”
3. Verzoeker deelde het college van burgemeester en wethouders bij brief van 12 augustus 2001 het volgende mee:
“…Bij deze maak ik bezwaar tegen uw beschikking dat vanaf 1 januari 2001 het centrum van Tegelen op zondagmorgen om 6.00 uur machinaal gereinigd wordt.
Mijn bezwaar hiertegen is dat het machinaal reinigen zoveel trillingen en geluidsoverlast veroorzaakt dat ik uit mijn slaap word gehouden. Juist op een zondag is dit voor mij onverteerbaar.
In uw bovengenoemd schrijven deelt u mede dat gekozen is voor dit vroege tijdstip, vanwege het geringe verkeersaanbod. Tussen 6.00 uur en 10.00 uur op de zondagmorgen is er totaal geen verschil in het verkeersaanbod. Ik verzoek u derhalve het reinigen niet op zondag en niet voor 8.00 uur te laten plaatsvinden…”
4. Het hoofd afdeling Beheer Openbare Ruimte merkte in zijn brief aan verzoeker van 26 september 2001 het volgende op:
“…In uw brief van 12 augustus jl. maakt u bezwaar tegen de uitvoering van reinigingswerkzaamheden op de zondagmorgen. De reden voor deze werkwijze is reeds in een eerdere briefwisseling van 7 augustus toegelicht.
Uit overleg met onze juridische afdeling blijkt dat het niet mogelijk is om officieel bezwaar aan te tekenen tegen een handelswijze van een uitvoerende dienst.
Wel zal met de verantwoordelijke toezichthouder worden gekeken naar de mogelijkheid om de routing dusdanig aan te passen dat de door u genoemde overlast tot een minimum wordt beperkt…”
5. In zijn brief van 8 april 2002 aan de Wijkraad Centrum Tegelen gaf verzoeker het volgende aan:
“…A.s. woensdag 12 april vindt er weer een vergadering plaats van de wijkraad centrum Tegelen. Ik ben jammer genoegd verhinderd. Ik wil graag het volgende onder uw aandacht brengen:
Sinds Tegelen Gemeente Venlo is, wordt er iedere zondag het centrum van Tegelen schoongemaakt vanaf 6.00 uur morgens. De argumentatie is dat dit al jaren zo gebeurt in het centrum van Venlo, dat het er dan niet druk is en dat er moeilijk personeel te krijgen is voor een ander tijdstip op zondag. Voor het centrum van Venlo mag deze argumentatie opgaan met veel uitgaande mensen op zaterdagavond, maar voor Tegelen zeker niet. Het centrum van Tegelen wordt zelfs door de marktkooplieden op zaterdagmiddag schoongemaakt. Dus in mijn ogen dubbel op. Al het overige schoonmaakwerk binnen de Gemeente Venlo vindt plaats binnen de reguliere uren. Waarom kan dit in Tegelen dan niet? Dus heeft men besloten dat dit ook goed is voor het centrum van Tegelen. Dit alles zonder overleg met wie dan ook. Dit schoonmaken gaat met zoveel lawaai gepaard dat ik hier wakker van word. Om ca. 6.00 uur hoor ik de eerste geluiden en om 6.45 uur sterven ze gelijkelijk af. Ik heb hier vanaf het begin tegen geprotesteerd. Ik kreeg te horen dat ik een eenling was en dat ze voor mij niet het schema gingen aanpassen. Na correspondentie over en weer en na het benaderen van wethouder F., heeft er een gesprek plaats gevonden tussen dhr. D. van de Gemeente Venlo (Stadsdeelmanager Tegelen) en ondergetekende. (Inmiddels blijken meer mensen last te hebben van het schoonmaaklawaai). Daarin heb ik dhr. D. proberen duidelijk te maken dat er maar een oplossing mogelijk is, n.l. stoppen met schoonmaken op zondag op dit onmogelijk tijdstip. Ik zie n.l. geen enkele reden waarom er niet schoon gemaakt kan worden op de tijdstippen genoemd in uw wijkkrant. Door dhr. D. is toegezegd dat hij de omstandigheden in het centrum zelf in ogenschouw zal nemen en eind april hierop terug komt. Een eventuele beslissing over afschaf van dit schoonmaak gebeuren wil men in overleg met de wijkraad nemen. (Dit vind ik discutabel omdat hij, toen er mee begonnen werd, ook niet de wijkraad heeft gevraagd).
Mijn vraag aan de wijkraad is dit schoonmaken van het centrum van Tegelen met de Gemeente Venlo dusdanig te regelen dat de zondag weer wordt wat hij is, n.l. een rustdag…”
6. De Wijkraad Centrum Tegelen verwees verzoeker bij brief van 18 mei 2002 naar de brief van de wijkraad aan de gemeente Venlo van 18 mei 2002. Deze brief luidt als volgt:
“…Naar aanleiding van uw mailbericht d.d. 17-5-02 waarin u om een reactie vraagt in verband met het machinaal vegen van centrum Tegelen op Zondag kan ik u het volgende mededelen.
Dinsdag 14-5-02 heeft Wijkraad Centrum dit onderwerp ter discussie gesteld tijdens haar besloten leden vergadering. Hierin hebben wij als standpunt ingenomen dat het algemeen belang in deze groter is en zwaarder moet wegen dan het persoonlijke belang van aanwonenden.
Wijkraad Centrum heeft in het verleden al aangeklopt bij de gemeente Tegelen om het centrum na de markt op Zaterdag schoongemaakt te krijgen. Dit naar aanleiding van vele vragen van inwoners vanuit geheel Tegelen. Het centrum gaat nl. geheel Tegelen aan en niet alleen de mensen die in het centrum wonen. Gemeente Tegelen is destijds niet verder gegaan dan het legen van de prullenbakken op Zaterdag middag na de markt.
Wijkraad Centrum is erg blij met het initiatief van de gemeente Venlo om dit grondiger aan te pakken.
Wij stellen dan ook voor dat u met deze werkzaamheden door blijft gaan. Wel dient de mogelijkheid bekeken te worden van het uitvoeren op een later tijdstip. Wij stellen ons voor dat u rond 8.00 uur start. Hierdoor komt de nachtrust van de aanwonenden minder in het gedrang. Er dient dan wel rekening gehouden te worden met de aanvang van de diensten in de kerk die meestal aanvangen om 10.00 uur. Mocht dit, om welke reden dan ook, niet mogelijk zijn dan stellen wij voor zo door te gaan zoals het nu plaats vindt.
Wij hebben er het volste vertouwen in dat u alle mogelijkheden bekijkt en hieruit de beste oplossing kiest…”
7. Verzoeker deelde het college van burgemeester en wethouders vervolgens bij brief van 22 mei 2002 het volgende mee:
“…In het jaar 2001, om precies te zijn op 8 juli heb ik u een schrijven laten toekomen i.v.m. geluidsoverlast op zondagmorgen om 6.00 uur. (…). Dit naar aanleiding van een besluit van diverse ambtenaren der Gemeente Venlo om het centrum van de Gemeente Tegelen op dit onmogelijke uur te reinigen. Inmiddels zijn we bijna een jaar verder en de situatie is nog steeds hetzelfde.
Intussen ben ik in gesprek met uw stadsdeelmanager, dhr. D. en ik heb een brief gestuurd naar de wijkraad.
In beiden ben ik teleurgesteld.
Dhr. D. komt zijn afspraken niet na en de wijkraad maakt het nog bonter.
(…)
Bovenstaande reactie heb ik geschreven na enkele dagen stoom afblazen.
Ik maak bezwaar tegen deze, in mijn ogen laakbare gang van zaken en vraag u om betreffende wijkraad centrum Tegelen tot de orde te roepen…”
8. In zijn brief aan de heer D. van de gemeente Venlo van 22 mei 2002 merkte verzoeker onder meer het volgende op:
“U heeft mij toegezegd de maand april met de veegploeg mee te lopen en daarna met mij contact opnemen. Ik waag het te betwijfelen dat u bent meegelopen (ik heb u niet kunnen ontwaren) en u neemt ook geen contact op. Sterker nog, toen ik u op 14 mei jl. belde, zat u volgens u zeggen naast de wethouder om hem te adviseren de poetsentijden niet te wijzigen. En daarbij verbergt u zich, zoals ik u al had voorspelt, achter de wijkraad.
Dit alles stelt mij dan ook zeer teleur.
Ik vraag u het schrijven van de wijkraad naast u neer te leggen en zoals beloofd in overleg met mij te treden.”
9. Het hoofd afdeling Beheer Openbare Ruimte liet verzoeker op 5 juli 2002 schriftelijk het volgende weten:
“…In vervolg op uw gesprek met wethouder F. heeft de heer D. een persoonlijk gesprek met u gehad over de weekendreiniging van het centrum in Tegelen.
Conform de gemaakte afspraken hebben er een aantal onderzoeken plaatsgevonden en de wijkraad is gevraagd een standpunt in te nemen over de huidige weekendreiniging. Zover mijn informatie reikt hebt u van de wijkraad inmiddels schriftelijk hun standpunt ontvangen.
Intern hebben wij gekeken naar de graad van vervuiling van het centrum in Tegelen en hebben we een eventuele wijziging van het reinigingsmoment besproken.
Op grond van onze ervaringen van het afgelopen 1,5 jaar en de ervaringen uit het voormalige Tegelen zijn wij tot slotsom gekomen dat we de huidige werkwijze moeten handhaven. Wij gaan er nog steeds vanuit dat we met de huidige werkwijze het algemeen belang dienen en dat is hetgeen waar we als organisatie voor staan…”
10. Voorts deelde het hoofd afdeling Beheer Openbare Ruimte verzoeker bij brief van 6 november 2002 nog het volgende mee:
“…In uw brieven van 22 mei jl. uit u uw ongenoegen over de wijze waarop er met u wordt gecommuniceerd. U geeft aan dat de heer D., stadsdeelmanager Zuid van de afdeling Beheer Openbare Ruimte zijn afspraken niet nakomt (…). Ik heb mij - overigens al eerder en niet uitsluitend naar aanleiding van uw laatste brief - op de hoogte gesteld van de stand van zaken rond uw verzoek de weekendreiniging later op de (zondag)ochtend plaats te laten vinden. De heer D. heeft zowel persoonlijk als telefonisch met u contact gehad aangaande de reiniging. Zoals met u was afgesproken heeft de heer D. onderzoek gedaan naar de noodzaak van de vroege tijdstippen van de weekendreiniging en heeft tevens de wijkraad gevraagd hierover een uitspraak te doen. Het bevreemdt mij zeer dat u in uw schrijven betwijfelt dat de heer D. zich voldoende op de hoogte heeft gesteld van de noodzaak van de weekendreiniging. Ik schrijf uw opmerking eerder toe aan teleurstelling over de uitkomst dan aan objectieve constateringen. Het moge duidelijk zijn dat de gemeente Venlo de weekendreiniging uitvoert ten behoeve van het algemeen belang en ik neem aan dat u begrip heeft voor het feit dat het algemeen belang gaat boven het persoonlijk belang. Tot op heden heeft zowel de gemeente als de wijkraad slechts een klacht ontvangen aangaande de weekendreiniging. De redenen dat de weekendreiniging op zondagochtend wordt uitgevoerd zijn u reeds door de heer D. bericht: een doelmatige inzet van het personeel, het geringe aanbod van verkeer en het wegwerken van het afval dat wordt geproduceerd door het uitgaansleven op de zaterdagavond.
Vooralsnog zie ik geen mogelijkheden om de reiniging van de diverse centra in Venlo op een andere en eveneens doelmatige wijze ter hand te nemen…”
11. Verzoeker merkte in zijn brief van 14 november 2002 aan het hoofd afdeling Beheer Openbare Ruimte nog het volgende op:
“…Ik heb uw brief aandachtig gelezen. Toch heb ik nog een aantal opmerkingen en aanvullingen.
Om te beginnen begrijp ik wel dat u dhr. D. in bescherming neemt, maar het neemt niet weg dat de zaken niet volgens afspraak zijn afgehandeld. Dhr. D. heeft mij toegezegd persoonlijk zijn zondagsrust op te offeren en mee te lopen met de poetsploeg om zo een indruk te krijgen van de vervuiling. En dit gedurende de maand april. Ik heb dhr. D. op 14 mei jl. gebeld om te vragen naar de stand van zaken. Hij maakte toen de opmerking dat ik het trof. Hij zat net bij de wethouder aan tafel en ze hadden besloten dat alles bleef zoals het was. Daarop ben ik kwaad geworden en heb hem gezegd dat hij op het eerdere bezoek aan mij zou terugkomen en dat door de voorzitter van de wijkraad mij was toegezegd dat er een enquête gehouden zou worden. Zijn eerste reactie was of ik nooit iets vergat of al mijn afspraken na kwam. Verder heeft dhr. D. mij toen toegezegd zich alsnog met de wijkraad in verbinding te stellen. Dus dhr. D. heeft niet uit zichzelf de wijkraad gebeld maar is min of meer door mijn opmerkingen er toe gedwongen.
In mijn ogen heeft hij n.l. niets onderzocht.
Op de eerste plaats heb ik zelf kunnen constateren dat dhr. D. niet heeft meegelopen in de maand april. Als hij dit wel had gedaan dan had hij vast kunnen stellen dat in het centrum van Tegelen vrijwel geen uitgaansleven in het weekend is. Daarmee dus ook geen extra vervuiling. Het probleem van het verkeer idem dito. Ook hier geldt dat als dhr. D. zich zelf had overtuigd hij had kunnen constateren dat zowel om 6.00 uur als om 8.00 uur op zondagmorgen vrijwel geen auto's in Tegelen rondrijden.
Ook uw constatering dat er maar één klacht is binnen gekomen over het schoonmaken in het weekend is niet juist. Tijdens het bezoek bij mij thuis van dhr. D. heeft hij de opmerking gemaakt dat er inmiddels meer klagers waren. Onder andere een oudere vrouw die de kleinkinderen op bezoek had. Maar dit zag hij niet direct als klacht, omdat als de kinderen niet te logeren waren geweest de vrouw niet geklaagd zou hebben.
Sterker nog, mede door volgens zijn zeggen meerdere klachten heeft wethouder F. gevraagd of hij met mij een afspraak wilde maken.
Als u het personeel doelmatig wilt inzetten veegt u niet op zondagmorgen in het centrum van Tegelen maar doet u dit op maandagmorgen. Ik maak deze opmerking omdat ik op maandagmorgen 7.45 uur al veegwagens van de Gemeente Venlo door het centrum van Tegelen zie rijden. Dit geldt ook voor b.v. het gebied rond de Roermondse Poort in Venlo op maandagmorgen. Hier wordt ook schoongemaakt vanaf 8.00 uur en als er toch ergens verkeer is dan is het toch daar.
Samengevat vind ik in mijn ogen geen enkel argument dat u aanvoert steekhoudend.
Er is volgens mij maar een reden waarom u het schoonmaken niet wilt verplaatsen van 6.00 uur naar 8.00 uur. Dhr. D. heeft destijds tegen mij de opmerking gemaakt dat als hij het schoonmaken verzet naar 8.00 uur geen mensen bereid zijn dit karwei te klaren. Letterlijk waren zijn woorden, anders hebben ze niets meer aan de zondag.
Ook ik wil niet tornen aan het algemeen belang maar dit is ook gediend vanaf 8.00 uur. Zelfs de wijkraad is deze mening toegedaan. Maar ook dit advies legt u naast zich neer.
Ik ben niet teleurgesteld in de uitkomst maar meer in de manier waarop e.e.a. binnen de Gemeente Venlo tot stand komt…”
B. Standpunt verzoeker
Voor het standpunt van verzoeker wordt verwezen naar de klachtformulering onder Klacht en naar zijn hiervoor onder A. Feiten opgenomen brieven.
C. Standpunt college van burgemeester en wethouders
1. Het college van burgemeester en wethouders deelde de Nationale ombudsman in reactie op verzoekers klacht bij brief van 2 juli 2003 het volgende mee:
“…Duidelijk is dat verzoeker zich blijft verzetten tegen de inhoudelijk beargumenteerde afwijzing van zijn verzoek om aanpassing van het schema voor de reiniging van stadsdeel Tegelen gedurende de zondagochtend.
Het verslag van de hoorzitting bevat de hoofdlijnen van het verhandelde tijdens de zitting…”
2. Bijgevoegd was het verslag van de hoorzitting van 10 februari 2003 gehouden naar aanleiding van de door verzoeker in november 2002 ingediende klacht bij de gemeente. Dit verslag luidt als volgt:
“…(Verzoeker; N.o.) merkt op dat het schoonmaken van het centrum van Tegelen op zondagmorgen om 6.00 uur begint. Hij vindt dit een onmogelijk tijdstip. Hij geeft aan dat de betreffende veegmachine veel herrie maakt en hij hiervan drie kwartier tot een uur last ondervindt. Hij betwijfelt de noodzaak van het vegen van het centrum op zondag alsmede het vroege tijdstip, waarop dit gebeurt. Hij is van mening dat het vegen zonder problemen ook op een later tijdstip zou kunnen gebeuren. Het feit dat het betreffende personeel bezwaren heeft tegen een later tijdstip vindt hij geen steekhoudend argument.
Hij merkt nog op dat vóór de gemeentelijke herindeling het centrum van Tegelen op maandagmorgen werd schoongemaakt en hiermee in eerste instantie om 6.00 uur werd gestart. Na overleg met de betreffende wethouder van de toenmalige gemeente Tegelen is het tijdstip, waarop in de directe nabijheid van zijn woning werd geveegd, verschoven naar 7.00 uur.
(Verzoeker; N.o.) merkt verder op dat dhr. D. hem heeft toegezegd in de maand april tijdens de werkzaamheden op zondagmorgen aanwezig te zullen zijn om te bekijken in welke mate het centrum vervuild is. Daarna zou dhr. D. contact met hem opnemen. Hij geeft aan dat hij, nadat hij enige tijd niets vernomen had van dhr. D., medio mei 2002 zelf contact heeft opgenomen. Hij merkt op dat dhr. D. hem toen heeft medegedeeld dat hij de zaak zojuist had besproken met de betrokken wethouder en, mede gelet op het positieve advies van de wijkraad, besloten was de huidige regeling te handhaven. Hij geeft aan dat hij hierover kwaad is geworden en vervolgens een stevige discussie met dhr. D. heeft gevoerd. Naderhand heeft hij voor zijn boosheid excuses aangeboden.
(Verzoeker; N.o.) brengt nog naar voren dat hij, mede op advies van dhr. D., zijn probleem heeft voorgelegd aan de wijkraad, maar hierop nooit een reactie heeft ontvangen. Hij geeft aan dat de voorzitter van de wijkraad hem heeft toegezegd dat er onder de betrokken buurtbewoners een enquête zou worden gehouden. Dit is echter niet gebeurd, terwijl de wijkraad geen overleg met hem heeft gevoerd noch contact met hem heeft opgenomen. Desgevraagd door dhr. V. (de voorzitter van de klachtadviescommissie van de gemeente Venlo; N.o.) erkent (verzoeker; N.o.) dat dit laatste aspect een verantwoordelijkheid van de wijkraad betreft en de gemeente op dit punt geen verwijt treft. Verder merkt hij op dat hij dhr. D. op de zondagen in april tijdens de schoonmaakwerkzaamheden niet heeft gezien en dhr. D. hem heeft toegezegd dat hij in april contact met hem zou opnemen, terwijl dit niet is gebeurd.
Dhr. D. brengt naar voren dat het vegen van het centrum van Tegelen vóór de gemeentelijke herindeling op maandagmorgen gebeurde van 6.00 uur tot circa 12.00 uur. Na de herindeling is besloten om alle drie de centra in de nieuwe gemeente, te weten in Venlo, Blerick en Tegelen, op zondagmorgen te vegen. Hij geeft aan dat deze werkzaamheden om 6.00 uur beginnen en tot 10.30 uur duren, hetgeen voor het personeel aantrekkelijke werktijden zijn. Hij wijst in dit verband nog op de geringe verkeersdrukte op die tijd alsmede de hoge prioriteit, die door de gemeente aan het schoonhouden van de stad wordt toegekend.
Dhr. T. (hoofd afdeling Beheer Openbare Ruimte; N.o.) merkt op dat er meerdere argumenten zijn om op een vroeg tijdstip te beginnen met het vegen. Hij noemt het feit dat het op dat tijdstip erg rustig is, de wensen van het betrokken personeel alsmede efficiency-overwegingen. Hij merkt verder op dat er een afweging van alle betrokken belangen heeft plaatsgevonden.
(Verzoeker; N.o.) brengt naar voren dat het op zondagmorgen in het centrum van Tegelen ook nog om 10.00 uur/10.30 uur rustig is. Verder brengt hij naar voren dat dit centrum op zaterdagmiddag na de markt nog geveegd wordt en er op zondagmorgen nauwelijks sprake is van vervuiling.
Dhr. D. merkt op dat hij niet gezegd heeft dat hij op alle zondagen in april aanwezig zou zijn om de situatie op te nemen. Hij geeft aan dat hij dit laatste op één zondagmorgen heeft gedaan en verder met de betreffende toezichthouders op dit punt bepaalde afspraken heeft gemaakt. Hij merkt op dat deze toezichthouders, op grond van hun waarnemingen in de maand april, van mening zijn dat het vegen op zondag noodzakelijk is.
Dhr. D. merkt nog op dat ook de wijkraad het van belang vindt dat het centrum op zondagmorgen wordt geveegd. Bovendien zijn er geen verdere klachten over het vegen op zondagmorgen. Daarnaast wijst hij nog op de hoge aanschafkosten van een veegmachine, hetgeen naar zijn mening een efficiënt gebruik ervan noodzakelijk maakt. Naar zijn mening is het niet verantwoord dat een dergelijke machine, wanneer deze ingezet wordt, tussendoor enkele uren stilstaat.
Desgevraagd door mevr. S. (lid van de klachtadviescommissie van de gemeente Venlo; N.o.) merkt dhr. D. op er voor de drie centra 12 medewerkers, verdeeld over 4 ploegen, worden ingezet. De betreffende werkzaamheden worden volgens een efficiënt schema uitgevoerd. Dit houdt onder meer dat het vegen in Blerick op een later tijdstip begint.
(Verzoeker; N.o.) vraagt zich, met verwijzing naar het voorgaande, af waarom er in Tegelen niet op een later tijdstip kan worden geveegd. Naar zijn mening zijn er geen bezwaren indien het vegen in Tegelen na 12.00 uur gebeurt.
Dhr. T. merkt op dat de noodzaak om het centrum van Tegelen op zondag te vegen voor zowel de wijkraad als de gemeente niet ter discussie staat. Voor wat betreft het tijdstip, waarop dit gebeurt, verwijst hij naar de reeds genoemde argumenten.
Op een vraag van dhr. V. merkt dhr. D. op dat hij tijdens het telefoongesprek, dat hij in mei met (verzoeker; N.o.) heeft gevoerd, zijn excuses heeft aangeboden voor het feit dat hij te laat heeft gereageerd. Hij geeft aan dat (verzoeker; N.o.) deze excuses toen heeft aanvaard. Hij zegt het vreemd te vinden dat dit punt opnieuw, in het klaagschrift, naar voren wordt gebracht.
Dhr. D. merkt op dat alle klachten serieus worden genomen. Hij geeft aan dat hij contact heeft gehad met de mevrouw, waarop (verzoeker; N.o.) doelt, en haar heeft geadviseerd contact op te nemen met de wijkraad.
(Verzoeker; N.o.) brengt nog naar voren dat de voorzitter van de wijkraad hem heeft toegezegd dat hij zich sterk zou maken voor een verschuiving van het aanvangstijdstip van het vegen naar 8.00 uur, maar hij hierover niets meer vernomen heeft. Hij zegt de indruk te hebben dat de wijkraad en gemeente in deze zaak samen zijn opgetrokken. Dhr. T. merkt op dat dit laatste niet het geval is geweest…”
3. Verder waren bijgevoegd de bevindingen uit het onderzoek van de klachtadviescommissie ten aanzien van de klacht van verzoeker. Deze bevindingen luiden onder meer als volgt:
“• Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat: (…)
- Overeenkomstig een telefonische afspraak tussen klager en de stadsdeelmanager, de heer D., laatstgenoemde op een zondagmorgen in april 2002 heeft beoordeeld of reiniging van het centrum van Tegelen noodzakelijk is.
- Na overleg met de toezichthouders en de wijkraad, is geconcludeerd dat reiniging van het centrum inderdaad noodzakelijk is.
- Anders dan was afgesproken, klager niet direct van die conclusie in kennis is gesteld, doch daarvoor door de stadsdeelmanager ook zijn verontschuldigingen zijn aangeboden.
- Klager van mening blijft dat de gebruikte argumenten om op zondagmorgen reinigingswerkzaamheden uit te voeren niet steekhoudend zijn.
• De commissie meent dat de aan de orde zijnde gedraging van gemeentebestuur (waartoe ook een gedraging van een persoon, werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur wordt gerekend) behoorlijk is te achten. Hierbij acht zij met name van belang dat klager steeds een inhoudelijk beargumenteerde reactie op zijn verzoeken / brieven heeft ontvangen. Dat klager het niet eens blijft met het door het gemeentebestuur ingenomen standpunt maakt dat niet anders.
• Gelet op het bovenstaande adviseert de commissie dan ook (dat) de klacht van (verzoeker; N.o.) ongegrond is.”
Achtergrond
1. Burgerlijk Wetboek
Boek 5, artikel 37:
"De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun."
Boek 6, artikel 162:
"1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.
2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.
3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt."