Burger in zicht!

Onderzoek

Meer dan een miljoen Nederlanders maken gebruik van de Wmo. De Wmo biedt ouderen en mensen met een beperking of chronische ziekte ondersteuning die nodig is om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen, maar ook om volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving. Voor burgers die een Wmo-voorziening aanvragen is het belangrijk om invloed te hebben op de zorgkeuzes die worden gemaakt. Daarom onderzocht de Nationale ombudsman in welke mate burgers in de Wmo invloed ervaren tijdens het aanvragen van voorzieningen. Ook onderzocht hij of de burger, via adviesraden bijvoorbeeld, invloed kan uitoefenen op beleid en uitvoering in de Wmo.

De conclusies zijn dat er niet altijd goed naar de ideeën en mening van de burger geluisterd wordt en dat het Wmo-aanvraagproces vaak niet duidelijk is en te traag verloopt. Ook dienen burgers niet snel een klacht in omdat ze voor hun zorg afhankelijk zijn van de instantie waar de klacht zich tegen richt. En het is daarbij vaak niet duidelijk waar ze de klacht moeten indienen.
Adviesraden Sociaal Domein moeten vaak hun best doen om (op tijd) betrokken te worden bij beleid: gemeenten kunnen hun adviesraden veel beter benutten door regelmatig contact met hen te hebben, goede afspraken te maken en ze aan het begin van het beleid te betrekken.

Aanbevelingen voor gemeenten zijn:

  • Kijk kritisch naar het aanvraag-proces en laat de burger niet wachten.
  • Bied actief en vaker onafhankelijke clientondersteuning aan.
  • Maak duidelijk waar de burger terechtkan met een klacht en verlaag de drempel.
  • Benut de Adviesraad Sociaal Domein aan het begin van het beleidsproces, investeer in de relatie en maak goede werkafspraken.