Vanaf eind 2007 ontving de Nationale ombudsman steeds meer klachten over het uitblijven van terugbetalingen door het College voor Zorgverzekeringen (CVZ). Het CVZ moet de afrekening verzorgen van de ingehouden bijdragen voor de Zorgverzekeringswet voor Nederlanders in het buitenland. De klachten kwamen van mensen die wisten dat zij nog een bedrag over 2006 en/of 2007 van het CVZ moesten terugkrijgen. Van de 63.981 personen die een jaarafrekening over 2006 moesten ontvangen, hadden 19.470 mensen eind 2008 deze nog niet ontvangen. Het CVZ kon deze mensen niet uitbetalen vanwege computerproblemen. Het CVZ had aan deze mensen vaak al (meerdere) toezeggingen gedaan over de datum waarop zij de teveel ingehouden bijdrage van 2006 of 2007 teruggestort zouden krijgen.
Volgens de wettelijke termijn moet de afrekening worden opgestuurd vóór oktober, volgend op het jaar waar de afrekening betrekking op heeft. Omdat het CVZ niet vóór oktober 2007 de afrekening van 2006 had gestuurd, oordeelde de Nationale ombudsman dat het CVZ met onvoldoende voortvarendheid was opgetreden om de afrekeningen. De computerproblemen zijn weliswaar een verklaring, maar geen rechtvaardiging voor de lange duur. De Nationale ombudsman oordeelde dat het niet nakomen van toezeggingen in strijd was met het vereiste van rechtszekerheid.
Tijdens het onderzoek bleken er weer nieuwe problemen te ontstaan doordat het computersysteem nog steeds niet goed werkt. Het CVZ gaf aan dat het nog tot 2010 zal duren voordat de groep Nederlanders in het buitenland met een nieuw computersysteem bediend kan worden. Daarom beval de Nationale ombudsman aan om in de tussentijd de afrekeningen over 2006-2008 op een aanvaardbare manier te verwerken. De Nationale ombudsman gaf aan dat veel aandacht uit zal moeten gaan naar adequate informatievoorziening aan de burger. Voorts wees de Nationale ombudsman erop dat de burger vaak gegronde klachten over het CVZ zal indienen en dat die klachten serieus genomen moeten worden.